020 530 0160

Meer over auteursrecht

Lees hier meer over auteursrecht. Neem contact op met onze topspecialisten. Het auteursrecht is één van de intellectuele eigendomsrechten, net zoals het merkenrecht, het modellenrecht, het handelsnaamrecht, het databankenrecht, de naburige rechten en het octrooirecht.

De relevante regelgeving met betrekking tot het auteursrecht vindt men in de auteurswet (Aw). Het auteursrecht is een exclusief recht van de maker van een werk (art. 1 Aw). Het beschermt een werk op het gebied van letterkunde, wetenschap of kunst. Dit komt erop neer dat het originele, creatieve scheppingen beschermt. Door de maker een exclusief recht toe te kennen, wordt het maken van dergelijke voortbrengselen gestimuleerd.

Wat wordt beschermd?

De wet verschaft een lijst over wat er onder het begrip ‘werk’ valt (art. 10 Aw). Die lijst is niet limitatief. Zolang een voortbrengsel aan bepaalde criteria voldoet, is het auteursrechtelijk beschermd. Die criteria luiden als volgt.

Allereerst dient het voortbrengsel vatbaar te zijn voor menselijke waarneming. Slechts een idee of een gedachte wordt dus niet beschermd door een auteursrecht. Zoiets is namelijk niet waarneembaar. Pas als een idee vorm krijgt is het te beschermen.

Verder dient het voortbrengsel een eigen oorspronkelijk karakter te hebben, en het persoonlijke stempel van de maker te dragen. Het vereiste van het eigen oorspronkelijk karakter houdt in dat de vorm niet ontleend mag zijn aan de vorm van een ander werk. Door iets over te nemen van een ander werk ontstaat dus geen auteursrecht. Het vereiste van het persoonlijk stempel betekent dat het dient te gaan om scheppende menselijke arbeid. Er dienen creatieve keuzes gemaakt te zijn.

Ten slotte dienen het eigen oorspronkelijke karakter en het persoonlijk stempel niet enkel uit datgene te bestaan dat noodzakelijk is voor een technisch effect. Het auteursrecht ziet alleen op creatieve voortbrengselen. Voor technische voortbrengselen kan men wellicht een octrooi aanvragen, maar daar kan dus geen auteursrecht op rusten.

Wanneer voldaan wordt aan de bovengenoemde criteria, ontstaat van rechtswege bescherming. Naast het maken van een werk zijn er geen andere voorwaarden om een auteursrecht te verkrijgen.

Exploitatierechten

Het auteursrecht levert twee exclusieve exploitatierechten op. Kort gezegd bestaan die rechten uit het openbaar maken en het verveelvoudigen van het betreffende werk.

Openbaarmaken

Het openbaar maken van een werk bestaat bijvoorbeeld uit de tentoonstelling van een schilderij, de publicatie van een boek of de vertoning van een film.

Verveelvoudigen

Onder verveelvoudigen verstaat men het reproduceren van stoffelijke exemplaren van de creatieve schepping. Hieronder valt bijvoorbeeld het drukken van een boek, of het kopiëren van een film naar een andere computer. Onder verveelvoudigen valt echter ook de bewerking van een werk. Hierbij kan men denken aan een vertaling of een verfilming van een boek.

Duur van het auteursrecht

Het auteursrecht is in beginsel geldig tot 70 jaar na de dood van de maker van het werk (art. 37 Aw). Er kan dus voor een lange periode aanspraak gemaakt worden op de bovengenoemde exploitatierechten.

Rechthebbende

In beginsel is degene die het werk maakt ook degene die aanspraak kan maken op het ontstane auteursrecht. Hierop bestaan echter enkele uitzonderingen. Een noemenswaardige is het geval van het maken van een werk in het kader van een dienstbetrekking (art. 7 Aw). Dan is degene in wiens dienst de werken vervaardigd zijn degene wie het auteursrecht toekomt, tenzij er iets anders wordt afgesproken.

Overdragen van auteursrecht

Een auteursrecht kan overgedragen worden (art. 2 Aw). De exploitatierechten komen na overdracht toe aan de partij aan wie is overgedragen. De originele maker behoudt echter enkele zogenaamde persoonlijkheidsrechten (art. 25 Aw). In tegenstelling tot de exploitatierechten, zijn de persoonlijkheidsrechten niet overdraagbaar.

Persoonlijkheidsrechten

De persoonlijkheidsrechten zijn het recht op naamsvermelding, het recht op het wijzigen van de benaming van het werk, het wijzigen van het werk zelf en het recht om te verzetten tegen de aantasting van het werk. De persoonlijkheidsrechten zijn niet zonder grenzen. Zo leveren ze bijvoorbeeld geen absoluut recht op het verzet tegen aantasting van het werk op.

Uitzonderingen op het auteursrecht

Het auteursrecht is geen absoluut recht. Dat zou er namelijk toe kunnen leiden dat andere grondrechtelijke belangen in het geding raken. Om dat te voorkomen bestaan er uitzonderingen op het auteursrecht (artt. 15-25 Aw). In bepaalde gevallen kan men ontlenen aan een auteursrechtelijk werk, zonder dat er sprake is van een auteursrechtelijke inbreuk. Zo is het toegestaan om auteursrechtelijk beschermde werken te parodiëren (art. 18b Aw). Ook het citeren van werken is onder bepaalde voorwaarden toegestaan (art. 15 Aw). Voorts is het verveelvoudigen voor eigen gebruik toegestaan (art. 16b Aw).