Het World Fashion Center is normaal gesproken alleen open voor winkeliers die collecties voor hun winkels inkopen. Maar elk halfjaar houdt het World Fashion Center een grote monstersale tijdens de ‘Fashiondays’, waarbij de deuren ook opengaan voor consumenten. Gedurende 3 dagen kunnen handelaren hun samples en overgebleven items van vorige seizoenen alsnog verkopen. De omzet tijdens de Fashiondays zou twee tot drie miljoen euro bedragen.
Kritiek op Fashiondays
Critici zeggen dan ook dat er niet alleen samples en overgebleven stukken worden verkocht, maar dat er speciaal voor de Fashiondays wordt ingekocht. De handelaren in het World Fashion Center zetten daarmee de winkelier in de binnenstad als het ware buitenspel. Zij verkopen tijdens de Fashiondays rechtstreeks aan de consument, maar tegen de inkoopprijzen die ze normaal gesproken aan de winkeliers vragen. Winkeliers kunnen de kleding niet voor zulke lage prijzen verkopen, omdat zij ook nog kosten maken voor personeel en de (hoge) huur van hun winkelpand in de binnenstad. Bovendien kopen consumenten die tijdens de Fashiondays veel inkopen, minder in de gewone winkels. Daardoor verliezen winkeliers een deel van hun omzet, en vinden zij de Fashiondays een vorm van oneerlijke concurrentie.
Handelaren ontkennen
Handelaren in het World Fashion Center ontkennen dat ze speciaal voor de Fashiondays inkopen. Zij zeggen dat ze op deze manier toch nog iets kunnen verdienen aan kleding die ze niet meer aan winkeliers verkopen, en die ze anders zouden moeten weggooien. Sommige handelaren zeggen ook dat ze niet voor minder dan de retailprijs verkopen, en dat ze ook daarom geen oneerlijke concurrentie vormen voor winkeliers.
Juridisch: geen oneerlijke mededinging
Nederland kent geen vaste retailprijzen of vaste uitverkoopperiodes. Iedere onderneming mag in principe zijn eigen prijzen bepalen. Het opleggen van vaste prijzen of minimumprijzen aan handelaren is mededingingsrechtelijk niet toegestaan. Het tegen bodemprijzen verkopen van kleding is dus toegestaan, ook als dit verliesgevend is of klanten weghoudt bij de concurrent. Dit wordt juridisch niet aangemerkt als oneerlijke concurrentie. De handelaren in het World Fashion Center valt juridisch gezien dus niets te verwijten.
Toch schadelijk
Toch lijkt het aannemelijk (hoewel ‘hard’ bewijs natuurlijk lastig te leveren is) dat winkeliers in Amsterdam en omstreken schade lijden door de Fashiondays in het World Fashion Center. Winkeliers zouden dit probleem kunnen aankaarten bij de gemeente Amsterdam, die de vergunning verleent voor de Fashiondays.
