De nieuwe Vrijstellingsverordening voor technologieoverdracht (octrooien, knowhow en software) is onlangs door de Europese Commissie aangenomen.
Vanaf 1 mei 2014 vervangt deze verordening en bijbehorende richtsnoeren de huidige groepsvrijstellingsverordening en richtsnoeren en zullen gelden tot en met 30 april 2026.
De nieuwe verordening heeft een overgangstermijn van een jaar. Hetgeen inhoudt dat voor zover bestaande overeenkomsten niet voldoen aan de nieuwe verordening binnen een jaar moeten zijn aangepast.
De nieuwe verordening bepaalt – net zoals de oude – dat bepaalde licentieovereenkomsten in bepaalde gevallen worden vrijgesteld van mededingingsrechtelijke restricties. Het gaat om overeenkomsten waarbij de licentiegever de licentienemer toestemming geeft de technologie, eventueel na verder onderzoek en ontwikkeling, te exploiteren voor de productie van goederen of diensten.
Zogenaamde R&D overeenkomsten vallen er buiten, net zoals overeenkomsten voor de vorming van technologiepools. De nieuwe verordening en richtsnoeren geven ook meer duidelijkheid voor zogenaamde patent pools en schikkingen
Met name de wijzigingen ten aanzien van grant back verplichtingen, passieve verkoop restricties en verbod tot aanvechten van de in licentie gegeven IE-rechten, zijn van belang.
Verbod op grant back verplichtingen
Een licentie mag niet meer bepalen dat de licentienemer verplicht is om de door hem ontwikkelde verbeteringen of toepassingen op de gelicentieerde technologie aan de licentiegever over te dragen of exclusief terug te licentiëren. Voorheen was dat alleen niet mogelijk indien de verbeteringen of toepassingen scheidbaar waren van de gelicentieerde technologie en dus separaat daarvan bruikbaar waren. Ook de niet scheidbare verbeteringen of toepassingen kunnen dus – ook na beëindiging van de licentie, blijven dus bij de licentienemer. Nadeel hiervan is dat de licentiegever dus deze verbeteringen en toepassingen niet zelf – zonder toestemming van de licentiegever – kan door ontwikkelen en exploiteren. Hetgeen hem kan belemmeren in zijn eigen verdere ontwikkeling en exploitatie van zijn technologie. Voordeel is dat de licentienemer eerder beried is om door te ontwikkelen (te innoveren).
Verdere beperking van passieve verkoop restricties
Passieve verkoop restrictie is mag alleen wanneer de licentienemer een exclusieve licentie wordt verleend. Dus als er meerder licentienemers zijn, dan is iedere beperking van passieve verkoop verboden een hard core restrictie. De beperking is wel weer toegestaan het voor de licentienemer noodzakelijk is om de nieuwe markt te kunnen betreden, aldus de richtsnoeren (punt 126). Bijvoorbeeld indien licentienemers aanzienlijk moeten investeren in productiemiddelen en promotieactiviteiten om een nieuwe markt te betreden en te ontwikkelen.
Verbod op niet aanvechten IE-rechten van licentiegever
Het is niet toegestaan om de licentienemer (in)direct te verbieden de intellectuele eigendomsrechten van de licentiegever te betwisten. Met de nieuwe verordening komt daarbij ook het verbod tot beëindiging van de licentieovereenkomst indien de licentienemer de gelicentieerde intellectuele eigendomsrechten aanvecht. Dat is alleen anders, in geval van een exclusieve licentie.