De Telegraaf kan de publieke omroep niet dwingen haar de programmagegevens te verstrekken. Dat heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven gisteren bepaald. Eerder had de NMa geoordeeld dat de NOS door te weigeren De Telegraaf toegang te geven tot de programmagegevens van de Nederlandse omroepen, misbruik maakte van haar economische machtspositie. Het College vernietigt deze uitspraak, omdat de programmagids van de Telegraaf niet beschouwd kan worden als een “nieuw product”. Dat is één van de drie criteria op grond waarvan het mededingingsrecht de exclusieve intellectuele eigendomsrechten van anderen mag beperken.
Het College overweegt als volgt:
“Opdat de weigering van een ondernemer, die houder is van een auteursrecht om toegang te geven tot een product of een dienst die onontbeerlijk is voor de uitoefening van een bepaalde activiteit als misbruik kan worden aangemerkt, volstaat het blijkens deze rechtspraak dat is voldaan aan drie cumulatieve voorwaarden, namelijk dat deze weigering in de weg staat aan de introductie van een nieuw product waarnaar van de zijde van de consumenten een potentiële vraag bestaat, dat zij geen rechtvaardigingsgrond heeft en dat zij elke mededinging op een afgeleide markt uitsluit. (…)
“Voorzover De Telegraaf zich duidelijk over zijn plannen met de programmagegevens heeft uitgelaten heeft het College begrepen dat aan de vrijdag- en/of zaterdagkrant als bijlage een door De Telegraaf geproduceerd programmablad zou worden toegevoegd. Van een reden om dit als nieuw product te kwalificeren, anders dan dat het een bijlage bij de krant zou zijn waarvoor niet apart betaling gevraagd zou worden, is het College uit de stukken en het verhandelde ter zitting niets gebleken. Het enkele feit dat het daarmee zou gaan om een programmagids die niet aan een omroep gelieerd is, is onvoldoende om het als een nieuw product te kwalificeren, temeer nu niet is duidelijk gemaakt waarom dit de aard van het product in aanmerkelijke mate zou veranderen.”