020 530 0160

Parool niet aansprakelijk voor onjuist artikel over bomaanslag

Gepubliceerd op 26 oktober 2016 categorieën , ,

Zo nu en dan publiceert elke krant een artikel dat achteraf niet helemaal juist blijkt te zijn. Dat is ook niet zo heel vreemd, want de journalistiek bedrijven is bij tijd en wijlen een ingewikkelde aangelegenheid, die in sommige gevallen onder grote tijdsdruk moet worden uitgevoerd. De kans bestaat dat een zorgvuldig voorbereid artikel, achteraf toch onjuist blijkt te zijn en schade veroorzaakt aan degene die in het artikel genoemd wordt.

Zo ook in het geval van een artikel in Het Parool van 14 juni 2010, naar aanleiding van een bomaanslag in een kantoorvilla in Amsterdam. In het artikel speculeerde de krant dat de reden van de aanslag mogelijk een conflict om een onroerendgoedtransactie zou zijn, waar een bedrijf dat gevestigd was in het kantoorpand bij betrokken zou zijn. De naam van het bedrijf is in de gepubliceerde uitspraak geanonimiseerd, dus we zullen het bedrijf ook hier [bedrijf 1] noemen. Als je de volledige uitspraak goed leest, zal je overigens weten wat de naam van [bedrijf 1] is. De rechterlijke macht is niet altijd even consistent in de anonimisering van vonnissen.

 

Later bleek de aanslag niet gericht te zijn tegen [bedrijf 1], maar tegen het advocatenkantoor Sorko & Swane, dat eveneens in het pand gevestigd was. [Bedrijf 1] is van mening dat het hierdoor in zijn eer en goede naam aangetast is en eist dat Het Parool haar schade vergoed.

 

In de rechtspraak komen dit soort zaken regelmatig voor en inmiddels is het beoordelingskader voor de vraag of er een schadevergoeding betaald moet worden in verban met een – achteraf bezien – onjuist artikel, tamelijk uitgekristalliseerd. Deze uitspraak is hier een mooi voorbeeld van. De rechtbank zet duidelijk uiteen dat het toewijzen van de vorderingen van [bedrijf] 1 een inbreuk zou zijn op de vrijheid van meningsuiting van Het Parool, terwijl het artikel achteraf bezien een inbreuk vormt op het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer van [bedrijf 1].

 

Een belangrijke rol bij de afweging van deze twee belangen komt toe aan het feit dat een journalist zorgvuldig te werk moet gaan, gelet op de aard van zijn publicatie. Aan de andere kant speelt een belangrijke rol het gegeven dat het in een democratische samenleving essentieel is dat een nieuwsorgaan zich in het openbaar kritisch, informerend, opiniërend en waarschuwend uit kan laten.

 

Samenvattend is de toets die geldt als volgt: wanneer een artikel ten tijde van het publiceren ervan voldoende steun vindt in het op dat moment aanwezige feitenmateriaal en er voldoende ruimte is geboden voor hoor en wederhoor, moet de vrijheid van meningsuiting voor gaan. De rechtbank komt in dit concrete geval tot de conclusie dat er meer dan voldoende steun was in het aanwezige feitenmateriaal, en dat de berichtgeving bovendien voldoende genuanceerd en speculerend was. De vorderingen worden dan ook afgewezen.

 

Lees het hele vonnis hier.

 

Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

publicaties

Gerelateerde artikelen