Het Landgericht Saarbrücken heeft in 2002 beslist dat geen BalBQ’s – barbecues in de vorm van een voetbal – mogen worden verkocht wegens de inbreuk op een zogenaamde Geschmacksmuster (modelrecht) van de Duitser Oelkers. Dat is vervelend voor Canenco B.V. die een restpartij met 13.824 exemplaren had gekocht van de Shelldochter Shop Service Center B.V. (SSC). De BalBQ’s zijn doorverkocht aan de Duitse onderneming Globus, die Canenco vervolgens aansprak tot schadevergoeding. In zijn vonnis van 22 december 2004 heeft de Haagse Rechtbank beslist dat SSC geen wanprestatie of onrechtmatige daad heeft gepleegd door na te laten Canenco te wijzen op beperkingen op de verhandelbaarheid in Duitsland.
Kernoverweging van de Rechtbank is dat de verplichting uit de Nederlandse wet dat de verkoper eigendom hoort over te dragen vrij van bijzondere lasten en verplichtingen niet geldt voor de beperkingen die voortvloeien uit het intellectueeleigendomsrecht:
“De verplichting van artikel 7:15 BW kan in zijn algemeenheid niet geacht worden zich uit te strekken over mogelijke beperkingen, voortvloeiend uit intellectuele eigendomsrechten die gelding hebben buiten Nederland waar ter wereld dan ook, van de mogelijkheid voor de koper het product – nadat hij het in volledige en vrije eigendom heeft verkregen – op zijn beurt buiten Nederland verder te verhandelen.
Behoudens bijzondere omstandigheden, die niet zijn gesteld noch gebleken, rust een mededelingsplicht terzake van de (beperkingen aangaande) verhandelbaarheid van de producten buiten Nederland ook niet uit andere hoofde (bijvoorbeeld ongeschreven recht) op SSC.“