De hoogste Duitse rechter, het Federale Constitutionele Hof (BVG), heeft in een uitspraak over het doorzoeken door de overheid van computers van burgers bepaald dat Duitsers een “grondrecht op het waarborgen van de vertrouwelijkheid en de integriteit van IT-systemen” hebben.
In de zaak, die aanhangig was gemaakt door advocaten, een journaliste en een politicus, draaide het om de vraag of het was toegestaan dat de geheime dienst op grond van een wet van de deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen (met als doel het tegengaan van islamitische terreur) via internet in de computers van burgers mocht kijken. Volgens het BVG is een dergelijke ‘online-huiszoeking’ alleen toegestaan bij “daadwerkelijke aanwijzingen voor een concreet gevaar voor een uitzonderlijk belangrijk rechtsgoed”. Zo’n uitzonderlijk belangrijk rechtsgoed kan volgens het BVG bestaan uit bedreiging van het bestaan van de staat of de mensheid of gevaren voor het leven.
Daar waar privacy waakhonden in heel Europa zich mijns inziens terecht zorgen maken of de burgers niet te makkelijk van hun privacy worden beroofd in de strijd tegen islamitisch terreur is dit niet alleen een belangrijke uitspraak maar bovenal ook een belangrijk signaal.
Lees hier het hele bericht.