De NOS berichtte afgelopen vrijdag over de schade die wordt aangericht door nepadvertenties voor bitcoin investeringen op Facebook en Instagram met daarin nepuitspraken van BN’ers. Klik je op een dergelijke advertentie, dan kom je op een website waar je schijnbaar kunt investeren in bitcoin. Van die investering zie je vervolgens nooit meer iets terug. De schade tot nu toe: ten minste 1,7 miljoen euro aan verdwenen ‘investeringen’, en flinke reputatieschade voor de BN’ers wiens naam en portret misbruikt is voor de nepadvertenties.
Wat kun je als gedupeerde doen tegen deze nepadvertenties? De oplichters zijn waarschijnlijk moeilijk te vinden. Kun je dan misschien je schade verhalen bij Facebook?
Nepadvertenties zijn evident onrechtmatig
De nepadvertenties zijn evident onrechtmatig, en wel op twee manieren. In de eerste plaats is er sprake van oplichting en bedrog van de gedupeerde investeerders. In de tweede plaats wordt zonder toestemming gebruik gemaakt van de identiteit van een aantal bekende Nederlanders. Dat is in strijd is met hun portretrecht en schadelijk voor hun goede naam en reputatie.
De positie van Facebook
Platforms zoals Facebook zijn in beginsel niet aansprakelijk voor onrechtmatige informatie die hun gebruikers uploaden. Dat volgt uit Europese wetgeving, die in Nederland in artikel 6:196c BW is geïmplementeerd. Daaraan zijn echter wel voorwaarden verbonden. Om aansprakelijkheid te ontlopen (i) mag Facebook niet daadwerkelijk kennis hebben van het feit dat de advertenties onrechtmatig zijn en (ii) moet Facebook de advertenties prompt verwijderen zodra zij weet of zou moeten weten dat de advertenties onrechtmatig zijn.
Voor Facebook gaat het al mis bij de eerste voorwaarde. Facebook hanteert een advertentiebeleid op basis waarvan advertenties worden gecontroleerd voordat zij worden geplaatst. De conclusie is dat Facebook zich actief bemoeit met de inhoud van de advertenties en dus kennis heeft gekregen van de inhoud daarvan. Facebook kan dus geen beroep kan doen op deze regeling. Dit is onlangs door de rechtbank Amsterdam bevestigd in een zaak tussen Tommy Hilfiger en Facebook.
Actie ondernemen
Dat Facebook geen beroep kan doen op de beperking van aansprakelijkheid van artikel 6:196c BW betekent echter niet meteen dat Facebook dus per definitie zelf aansprakelijk is voor de schade die is ontstaan. Dat ligt genuanceerder.
In ieder geval mag je van Facebook onder deze omstandigheden wél verwachten dat zij er alles aan doet om te voorkomen dat soortgelijke nepadvertenties opnieuw verschijnen. Dat zou in deze omstandigheden betekenen dat aan Facebook een verbod wordt opgelegd om advertenties te plaatsen die voldoen aan specifieke kenmerken, zoals:
- Er wordt geadverteerd voor bitcoininvesteringen
- Er is een quote opgenomen van een bekende Nederlander
- Er wordt gebruik gemaakt van een foto van deze bekende Nederlander
Het voorkomen dat er nieuwe, soortgelijke nepadvertenties verschijnen op Facebook is met name belangrijk voor de bekende Nederlanders van wie de identiteit hier misbruikt wordt.
Daarnaast is Facebook verplicht om de NAW-gegevens te verstrekken van de personen die de nepadvertenties hebben aangemaakt. Dat kan interessant zijn wanneer gedupeerden willen proberen om de identiteit van deze scammers te achterhalen, om op die manier (een deel van) hun geld terug te krijgen.
Schade verhalen op Facebook?
Een vervolgvraag is of Facebook nu ook zelf aansprakelijk gehouden kan worden voor de schade ten gevolge van de nepadvertenties: de reputatieschade van de BN’ers en de verdwenen bitcoin investeringen van de Facebookgebruikers die bedrogen zijn.
Hiervoor hebben we vastgesteld dat Facebook op zijn minst had moeten weten dat de advertenties onrechtmatig zijn. Facebook heeft de advertenties tóch geplaatst. Je kunt goed betogen dat dit in strijd is met de maatschappelijke zorgvuldigheid die je van Facebook mag verwachten. Zeker omdat Facebook heel goed weet dat cryptoadvertenties in veel gevallen misleidend zijn. Nog begin vorig jaar introduceerde Facebook een wereldwijd beleid op basis waarvan cryptoadvertenties in alle gevallen geweigerd werden. Dat beleid werd zes maanden later weer ingetrokken.
Samenvattend: Facebook weet dat cryptoadvertentes misleidend kunnen zijn en heeft deze zelfs een tijdlang geblokkeerd. Facebook heeft ook deze advertenties vooraf gecontroleerd en wist dus dat er sprake was van bedrog. Desondanks heeft Facebook het nodig geacht de nepadvertenties te plaatsen. Je kunt stellen dat Facebook hierdoor willens en wetens het bedrog van de adverteerders faciliteert. Dat betekent dat Facebook ook zelfstandig onrechtmatig heeft gehandeld en naar mijn mening aansprakelijk zou moeten zijn.
Wilt u meer weten over dit onderwerp of de mogelijkheden bespreken om nepadvertenties te laten verwijderen of schade te verhalen? Neem dan contact op met Micha Schimmel of Douwe Linders.