In 2011 en 2013 heeft de Autoriteit Consument en Markt (ACM) aan een groot aantal huizenhandelaren boetes opgelegd voor prijsafspraken bij executieveilingen. Volgens de ACM hadden deze afspraken geresulteerd in een te lage opbrengst voor woningen die vaak noodgedwongen moesten worden verkocht op die veilingen. In 2017 werden de boetebesluiten door de hoogste rechter van tafel geveegd en is de ACM tot een schikking gekomen met de huizenhandelaren. Vervolgens hebben enkele handelaren een verzoek gedaan voor een aanvullende vergoeding van de schade die volgens hen boven de reeds verkregen vergoeding uitsteeg. De rechtbank en het gerechtshof wezen deze vorderingen af, omdat deze schade niet in redelijkheid aan de ACM kon worden toegerekend als een gevolg van de eerdere boetebesluiten.
In deze blog gaan we terug naar de basis, want hoe zit het met het recht op schadevergoeding bij de herroeping van boetebesluiten?
Causaal verband
In het geval dat een boetebesluit van de ACM, maar ook van andere autoriteiten zoals de Autoriteit Persoonsgegevens en de Autoriteit Financiƫle Markten, door een rechter wordt teruggedraaid kan het zijn dat de autoriteit een nieuw boetebesluit neemt. In het geval dat dit besluit dezelfde strekking heeft als het eerste besluit, dan zal de kans op een schadevergoeding zeer gering zijn. In het geval dat een boetebesluit wordt herroepen en, zoals in de bovenstaande zaak, de boete onterecht is opgelegd en er geen nieuwe boete volgt, dan zullen de betrokkenen doorgaans recht hebben op een schadevergoeding. Van belang hierbij is dat er een rechtstreeks verband moet bestaan tussen de geleden schade en het onrechtmatige besluit. Dit wordt onder meer bepaald door de situatie waarin geen onrechtmatig besluit zou zijn genomen te vergelijken met de daadwerkelijke situatie waarin dit wel is gedaan.
Hoogte schadevergoeding
De hoogte van de schadevergoeding zal sterk afhangen van de omstandigheden van het geval. De huizenhandelaren die deel hebben genomen aan de schikking met de ACM ontvingen een bedrag van 35.000 euro. Dit bedrag is mede tot stand gekomen door de duur van de procedure en de media-aandacht die de zaak heeft gekregen. In totaal hebben achttien handelaren in 2018 een verzoek ingediend voor een aanvullende schadevergoeding, maar deze zijn door de ACM afgewezen. Een deel van de handelaren heeft vervolgens een dagvaarding uitgebracht. De rechtbank in Den Haag wees alle vorderingen af, omdat de aanvullende schade niet zodanig aan de ACM kon worden toegerekend. Het gerechtshof volgde deze lijn van de rechtbank in Den Haag en bekrachtigde het vonnis.
Heeft u zelf te maken met een autoriteit of heeft u andere vragen naar aanleiding van deze blog? Neem dan gerust contact op met Kim van Haastrecht of Jelle van den Biggelaar.