Amazon heeft aan de Amerikaanse Consumentenmarkt Autoriteiten aangegeven hun in-app aankoopbeleid niet verder te willen aanscherpen.
Over het doen van onbedoelde in-app aankopen is zowel binnen de VS als binnen de EU de afgelopen tijd erg veel te doen geweest. In-app aankopen zijn aankopen die binnen een app kunnen worden verricht. Het gaat hierbij vaak om het kopen van nieuwe levels of attributen voor een spelletje, of het upgraden van een gratis versie van een app.
De in-app markt is een booming business model, volgens de Europese Commissie zal de in-app markt in de komende vijf jaar 63 miljard euro waard zijn. De kosten voor in-app aankopen kunnen hoog oplopen. Er zijn gevallen bekend van wettelijke vertegenwoordigers in het Verenigd Koninkrijk die een rekening ontvingen van meer dan vierduizend pond. Het exact aantal gevallen is vooralsnog onbekend, maar de verantwoordelijke instanties werden overspoeld met klachten. Binnen de VS is dit de Federal Trade Commission (FTC), en binnen de EU is dit de Europese Commissie Consumentenzaken. De klachten waren vooral afkomstig van wettelijke vertegenwoordigers, wiens kinderen zonder toestemming een in-app aankoop hadden verricht.
Bepaalde in-app makers richten zich tijdens de ontwikkeling vooral op minderjarigen. Deze doelgroep speelt veelal spelletjes, waarbij in-app aankopen een deel uitmaken van de spelbeleving. Deze zogenaamde ‘Freemium’ apps worden gratis aangeboden, wat ze aantrekkelijker maakt voor minderjarigen. Wil de gebruiker vervolgens extra opties of verder komen in het spel, dan zijn ze verplicht om in-app aankopen te doen.
Juridisch gezien vormen in-app aankopen een interessante casus. Dit komt omdat de aankopen gedaan worden door minderjarigen, zonder toestemming van hun wettelijke vertegenwoordigers. Volgens de wet (art. 1:234 BW) zijn minderjarigen handelingsonbekwaam. Dit betekent dat de rechtshandeling die de minderjarige verricht zonder expliciete toestemming, (art. 3:32 BW) vernietigd kan worden. Hierop bestaat een uitzondering, deze geldt voor rechtshandelingen waarvan het in het maatschappelijke verkeer gebruikelijk is dat een minderjarige die verricht. Hierbij kan gedacht worden aan het kopen van een zak snoep door een minderjarige in een supermarkt. Ten aanzien van dit soort rechtshandelingen wordt de toestemming verondersteld te zijn verleend.
Afhankelijk van de omstandigheden van het geval, zal het aantonen van de ontbrekende toestemming de ene keer beduidend gemakkelijker zijn dan de andere. Op het moment dat een achtjarige zonder toestemming een auto koopt zal dit vrij gemakkelijk zijn, bij een in-app aankoop ligt dit een stuk lastiger. Dit volgt uit het feit dat de aankoop vaak via het account van de wettelijke vertegenwoordiger plaatsvindt.
De aankoop die de minderjarige verrichte zonder toestemming bleek in praktijk erg omslachtig vernietigd te kunnen worden. De wettelijke vertegenwoordigers kregen heel moeilijk of niet hun geld terug, of er werden onredelijke eisen aan hun gesteld. Mede hierdoor besloten de FTC en de Europese Commissie dat ingrijpen noodzakelijk was. Het eerste grote bedrijf dat hiermee te maken kreeg was Apple. In eerste instantie bleek Apple erg terughoudend in het terugbetalen van de onbedoelde in-app aankopen. Een groep ouders startte naar aanleiding hiervan in de VS een first class action suit. Apple trof een schikking met de getroffen ouders voor $100 miljoen, maar de zaak zorgde ervoor dat zowel de FTC als de Europese Commissie hun beleid betreffende in-app aankopen aanscherpte.
Deze herziening was volgens Euro Commissaris Vivian Redding (Justitie) nodig, omdat bepaalde vormen van in-app aankopen, een inbreuk op de regels betreffende misleidende handelspraktijken vormde. Volgens Redding is het misleiden van consumenten een verkeerd business model. Dit business model gaat volgens Redding ook in tegen de geest van de EU-voorschriften inzake consumentenbescherming. Euro Commissaris Mimica (Consumentenbeleid) voegt hier aan toe:
“Consumenten en in het bijzonder kinderen moeten een betere bescherming tegen krijgen onverwachte kosten van in-app aankopen.”
De Europese Commissie heeft naar aanleiding hiervan gesprekken gevoerd met Apple en Google, terwijl de FTC Apple naar aanleiding van de first class action suit in de VS een sommatie stuurde. Aan de hand van deze gesprekken en de sommatie verzochten zowel de FTC als de Europese Commissie in februari van dit jaar zowel Apple als Google om hun beleid omtrent in-app aankopen aan te passen. De FTC formuleerde hiervoor samen met de Europese Commissie (o.a.) de volgende standpunten:
· spellen die als “gratis” worden aangeprijsd mogen consumenten niet misleiden over de werkelijke kosten;
· spellen mogen kinderen niet direct aansporen om aankopen te doen in een spel of een volwassene over te halen dit voor hen te doen;
· consumenten moeten voldoende worden geïnformeerd over de betalingsregelingen en aankopen mogen niet automatisch worden afgeschreven zonder uitdrukkelijke toestemming van de consument:
· verkopers moeten een e-mailadres verstrekken zodat consumenten contact met ze op kunnen nemen in geval van vragen of klachten.
Apple en Google pasten hierop hun beleid aan, waardoor gebruikers voor het doen van in-app aankopen standaard eerst hun wachtwoord moeten invoeren. Verder schikte Apple met de FTC over de vermeende oneerlijke handelspraktijken. Hiervoor kreeg Apple een boete van $32,5 miljoen die werd uitgekeerd aan de getroffen consumenten.
Na Apple en Google lijken de pijlen van de FTC zich gericht te hebben op het bedrijf Amazon. De FTC heeft Amazon een sommatie gestuurd, waarin een schikkingvoorstel is opgenomen. Verder heeft de FTC aanvullende regels opgesteld waar Amazon aan zou moeten voldoen. Amazon heeft echter aangegeven niet van plan te zijn om zoals Apple te schikken met de FTC. Amazon heeft in een verklaring laten weten dat ze voldoen aan de standpunten die de FTC, eerder dit jaar voor Apple en Google heeft opgesteld.
De FTC is van mening dat Amazon de mogelijkheden betreffende in-app aankopen verder moet beperken. De FTC verlangt van Amazon dat het in samenhang met de eerder genoemde standpunten extra maatregelen treft. Zo wil de FTC dat meldingen over in-app aankopen prominenter geplaatst worden. Dat voor alle transacties een wachtwoord verreist is, en dat het terugvragen van geld eenvoudiger wordt gemaakt.
De crux in deze zaak ligt in het feit dat Amazon werkt met een tijdslotsysteem. Dit houdt in dat een consument voor aankopen onder een bepaald bedrag maar een keer hun wachtwoord hoeven in te voeren. Na het invoeren van hun wachtwoord, hoeven ze voor vervolg aankopen binnen een tijdsframe van vijftien minuten (wat kan oplopen tot een uur), niet opnieuw hun wachtwoord in te voeren voor een aankoop. De FTC is van mening dat deze handelswijze oneerlijk is, en dus zou vallen onder de wetgeving voor oneerlijke handelspraktijken.
Amazon heeft in een reactie aan de FTC aangegeven dat ze niet van plan zijn om de mogelijkheden van consument om onbedoelde in-app aankopen te doen verder te beperken. Voldoet Amazon niet aan het verzoek van de FTC dan lopen ze het risico een boete te ontvangen voor oneerlijke handelspraktijken. Amazon heeft in reactie laten weten bereid te zijn hun mening in de rechtszaal te verdedigen, i.p.v. hun beleid verder aan te scherpen.