In de nadagen van de Amerikaanse verkiezingen wordt uitvoerig gespeculeerd over de rol die nepnieuwsberichten op Facebook hebben gespeeld bij de verkiezing van Donald Trump. Ook op onze blog besteedden we al eerder aandacht aan dit onderwerp, zie bijvoorbeeld hier en hier.
Gisteren kwam het nieuwsbericht (echt, niet nep) naar buiten dat Facebook onafhankelijke factcheckers in de arm neemt in de strijd tegen nepnieuws. Is dat wel verstandig? Wie deze blog vaker volgt, weet immers dat Facebook als onafhankelijk platform nu juist in beginsel niet aansprakelijk is voor onrechtmatige informatie die op dat platform staat, zolang Facebook maar geen kennis heeft van het onrechtmatige karakter van de informatie. Door zich actief met de inhoud te gaan bemoeien, zou Facebook toch haar neutrale positie verliezen?
Voor dat juridische probleem lijkt Facebook een oplossing te hebben gevonden. De nieuwe feature treedt namelijk pas in werking wanneer voldoende mensen een nieuwsbericht als ‘nep’ aanmerken. Het team van factcheckers controleert de berichten en wanneer het bericht inderdaad nep blijkt te zijn, verschijnt er een waarschuwingssymbooltje bij het bericht en komt het bericht ook lager in de tijdlijn van gebruikers te staan.
Door pas in actie te komen wanneer gebruikers Facebook op de hoogte stellen van nepnieuws, kan Facebook haar neutrale positie behouden en is Facebook dus niet aansprakelijk voor het nepnieuws.
Overigens staat die neutrale juridische positie van partijen zoals Facebook wel onder druk. Het lijkt er in ieder geval op dat de Europese wetgever de rol die techgiganten zoals Facebook en Google spelen in onze informatiemaatschappij aan het heroverwegen is.