De poging tot digitalisering van rechtspraak heeft de portemonnee van de Rechtspraak geen goed gedaan. Het financieringstekort van de Rechtspraak neemt dit jaar meer toe dan verwacht. In de rijksbegroting was een tekort opgenomen van 28 miljoen, maar deze zal stijgen naar 40 miljoen. En dan is het einde nog niet in zicht, want de verwachting is dat het tekort nog verder op zal lopende in de komende jaren.
De Rechtspraak bevestigt dat zij in het rood staat en geeft aan dat zij niet (meer) in staat is om het tekort op te vangen met het eigen vermogen van de Rechtspraak. Het geld is op. De Rechtspraak geeft als oorzaak van haar lege portemonnee aan dat haar forse bezuinigingen zijn opgelegd, zo’n 90 miljoen. Het was de bedoeling dat het project KEI, waarmee rechtspraak zou worden gedigitaliseerd die bezuinigen op zou vangen, maar niets bleek minder waar. De begrote kosten voor dit project van 7 miljoen euro zijn verhoogd naar 80 miljoen, en de totale kosten voor KEI bedragen 200 miljoen – terwijl de digitalisering van rechtspraak niet eens meer door gaat! (althans niet in landelijke vorm).
Een andere oorzaak van het tekort is volgens de Rechtspraak het teruglopende aantal rechtszaken. De Rechtspraak wordt per zaak gefinancierd, door de overheid en de procespartijen, wat bij minder zaken leidt tot een lager budget terwijl de kosten gelijk blijven.
De Rechtspraak geeft aan continu in overleg te zijn met de Minister voor Rechtsbescherming. Daarnaast heeft zij een externe partij ingeschakeld om onderzoek te doen naar de bedrijfsvoering van de Rechtspraak om te kijken hoe zij de begroting weer op orde kunnen krijgen. De verwachting is dat dit onderzoek in 2019 afgerond is. Er zal zelfs worden onderzocht of de wetten waaraan de Rechtspraak in haar bedrijfsvoering is gebonden, moeten worden aangepast. Ook zal worden gekeken of de vergoeding per rechtszaak die de Rechtspraak ontvangt wel genoeg is. De Rechtspraak geeft aan dat op de werkvloer wordt aangegeven dat de zaken bewerkelijker en tijdrovender zijn geworden, maar de vergoeding hier niet naar is. Een eventuele aanpassing van de vergoeding per rechtszaak zou dan niet moeten resulteren in een verhoging van de kosten die de rechtzoekende moet betalen voor het voeren van een procedure. Eerder is namelijk aangegeven dat een oorzaak voor het teruglopen van het aantal rechtszaken is dat de kosten van een procedure hoog zijn. Dat zou het probleem dus niet oplossen.
De Minister van Veiligheid en Justitie is verplicht om het negatieve eigen vermogen van de Rechtspraak aan het eind van het jaar aan te vullen, maar mooier zou het zijn als het onderzoek leidt tot een oplossing waardoor de Rechtspraak in de toekomst weer zelfvoorzienend kan zijn.