De anonimiseringsrichtlijnen die worden gehanteerd op rechtspraak.nl maken uitspraken over handelsnaamzaken vaak lastig te lezen. Dat is ook het geval in een procedure tussen twee tandartsen.
Feiten
Onder de feiten wordt aangegeven dat [eiser] een eenmanszaak met als handelsnaam [naam 2] heeft opgericht. Het internetadres is [internetadres 1].
[Gedaagde 1] drijft een eenmanszaak met als handelsnaam [naam 3]. Het internetadres is [internetadres 2]. De onderneming is voortgezet door [naam 4]. In 2011 is de maatschap [naam 5] opgericht en de handelsnaam van de maatschap is [naam 5]. Het internetadres is [internetadres 3].
Wanneer op www.google.nl de zoekterm [zoekterm 1], [zoekterm 2], [zoekterm 1], [zoekterm 3] of [zoekterm 4] worden ingevoerd, levert dit o.a. de volgende resultaten op
[zoekterm 1] – [naam 6]
[internetadres 4]
dan wel
[zoekterm 3] – [naam 6]
[internetadres 4]
Beoordeling
Bij de beantwoording van de vraag of [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2] inbreuk maken op de handelsnaamrechten van [eiser], overweegt de voorzieningenrechter dat het van belang is dat de handelsnaam van [eiser] in zeer hoge mate beschrijvend van aard is, waardoor die handelsnaam slechts een zeer geringe mate van bescherming geniet. Beschrijvende woorden, zoals met betrekking tot de aard van de desbetreffende onderneming (een tandartspraktijk) of een geografische aanduiding (de Zuidas) kunnen niet worden gemonopoliseerd.
Daarnaast overweegt de rechter dat in hun geheel bezien (de verschillende woordvolgorde), en mede gelet op de kenmerkende bestanddelen daarvan (in de handelsnaam van [eiser] worden de woorden ZuidAs, aan elkaar geschreven met een hoofdletter A; dit kenmerkend bestanddeel ontbreekt in de handelsnaam van [internetadres 3]) bestaat voldoende verschil tussen de AdWords en de handelsnaam van [eiser]
Kennelijk bevatte de handelsnaam van [eiser 1] het woord ZuidAs en ontbrak dit woord in de handelsnaam van [gedaagde 1 en 2], veel meer over de feitelijke beoordeling is lastig te achterhalen.