020 530 0160

Zaak Ladbrokes (internetgokken) naar Europese rechter

Gepubliceerd op 16 juni 2008 categorieën ,

De Hoge Raad heeft prejudiciële vragen gesteld in de zaak Ladbrokes. Deze zaak kent al een lange geschiedenis – eerst in kort geding en nu in de bodemprocedure.

In dat eerdere kort geding heeft de Hoge Raad (op 18 februari 2005) beslist dat de Wet op de Kansspelen wordt overtreden wanneer via internet door middel van een mede op Nederland gerichte website de toegang tot kansspelen wordt geboden aan potentiële deelnemers in Nederland, en dezen via hun computer rechtstreeks aan het spel kunnen deelnemen. Verder oordeelde de Hoge Raad in dat eerdere kort geding, dat het vrije verkeer van diensten door deze toepassing van de Wet op de Kansspelen op het aanbieden van kansspelen via het internet wordt beperkt, maar dat dit, gezien de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen op dit gebied, niet in strijd is met art. 49 van het EG-Verdrag.

De bodemprocedure is een vervolg op het genoemde kort geding. De Hoge Raad laat haar oordeel dat Ladbrokes de Wet op de Kansspelen overtreedt in stand, maar stelt vragen aan het Europese Hof – mede omdat ook rechters uit andere landen daartoe aanleiding hebben gezien – ten aanzien van het in Nederland gevoerde beleid.

In de eerste plaats gaat om de vraag of wordt voldaan aan de in de Europese rechtspraak (o.a. het Gambelli-arrest) gestelde eis dat het kansspelbeleid de gokactiviteiten op samenhangende en stelselmatige wijze beperkt, ook wanneer aan de vergunninghouder(s) is toegestaan het kansspelaanbod aantrekkelijk te maken door introductie van nieuwe kansspelen en reclame voor het kansspelaanbod en zo (potentiële) spelers af te houden van het illegale aanbod van kansspelen.

In de tweede plaats wordt gevraagd of de nationale rechter, als het nationale kansspelbeleid met het vrij verkeer van diensten verenigbaar is, in ieder afzonderlijk geval moet beoordelen of toepassing daarvan, bijvoorbeeld door een bevel tot blokkering van een website, ook in het concrete geval gerechtvaardigd is.

De derde vraag stemt overeen met een van de vragen die door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State zijn gesteld in de Betfair kwestie, en heeft betrekking op de omstandigheid dat Ladbrokes in het Verenigd Koninkrijk wel een vergunning heeft voor het aanbieden van kansspelen.

Lees hier de volledige uitspraak.

Bron: rechtspraak.nl
Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

auteur

Menno Weij

publicaties

Gerelateerde artikelen