Diefstal van virtuele goederen is ook diefstal. Dat heeft de rechtbank Leeuwarden gisteren bepaald. Het is voor het eerst dat art. 310 van het Wetboek van Strafrecht wordt toegepast op virtuele goederen. Het ging om diefstal van een digitaal zwaard en amulet die men kon winnen in het spel Runescape.
Een jaar geleden dwongen twee tieners uit Leeuwarden het dertienjarige slachtoffer om de virtuele spullen af te geven en naar hun eigen computer over te hevelen. De 13-jarige jongen had een groot aantal credits verzameld waarmee die spullen konden worden aangeschaft. De jongens dwongen hem mee te gaan naar een woning en daar werd hij geschopt en met een mes bedreigd, net zolang totdat hij de spullen overdroeg.
Eerder had ik al in een column betoogd dat art. 310 ook van toepassing moest zijn op virtuele diefstal. RTL Nieuws, BNR en WebWereld vroegen mij om commentaar. Uit WebWereld is het volgende citaat.
“Christiaan Alberdingk Thijm van SOLV Advocaten vindt het een belangrijke uitspraak. Hij vond al eerder dat virtuele diefstal strafbaar moest worden. “Het is een bevestiging van normen die we in de fysieke wereld volstrekt normaal vinden, maar in de virtuele wereld nog geen juridisch kader hadden. Uiteraard speelde bij het vonnis het geweld dat werd gebruikt ook een rol, evenals het feit dat die beide jongens geen enkel berouw toonden.”
Alberdingk Thijm verwacht dat het vonnis een brede uitwerking heeft. In het verleden is al eens uitgemaakt dat stroom wel een goed is, maar software niet. Virtuele meubels vallen nu in elk geval onder de definitie van een goed, en daarmee zouden ook begrippen als heling, computervredebreuk en vernieling van toepassing kunnen worden verklaard op virtuele werelden of games.”
Lees hier het bericht.