In zijn vonnis van 5 oktober heeft de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag bepaald dat de zeepjes “Silky touch”, “Creamy Perfection”, “Energising splash” en “Marine Massage” van levensmiddelenfabrikant Unilever geen inbreuk maken op een Europees octrooi voor doorzichtige verpakkingen van de Amerikaanse levensmiddelenfabrikant Colgate-Palmolive.
Europees octrooi EP 1 183 193 heeft betrekking op een verpakking voor doorzichtige, langwerpige zeep in hoofdzakelijke transparante folies. Volgens de Voorzieningenrechter maken de zeepjes “Silky touch” en “Creamy Perfection” geen inbreuk op het octrooi omdat deze niet doorzichtig zijn. Colgate kon de rechter niet overtuigen dat de (on)doorzichtigheid van de zeep slechts een esthetisch element is, waarvan geen technisch effect uit gaat. Unilever voerde met succes aan dat vervaardiging van doorzichtige zeep op zich reeds een technische bewerking inhoudt.
De “Energising splash” en “Marine Massage” maken geen inbreuk op Colgates octrooi omdat die zeepjes niet volledig zichtbaar zijn door de verpakking. De Voorzieningenrechter leest namelijk in de beschrijving bij het octrooi dat met “hoofdzakelijk transparant” in de hoofdconclusie van het octrooi volledige zichtbaarheid is bedoeld.
Het vonnis is juridisch interessant omdat de Voorziengingenrechter aangeeft de octrooihouder te willen houden aan de tekst van de conclusies. Wanneer daar een element staat genoemd – in dit geval de doorzichtigheid van de zeep -, mag dat niet zomaar weg worden geïnterpreteerd. Helaas is de motivering van de Voorzieningenrechter summier over het waarom. Onduidelijk is of een rol speelt dat het element in het kenmerkende deel van de hoofdconclusie staat. Wellicht heeft de Voorzieningenrechter (slechts) bedoeld te zeggen dat wanneer een element een technisch effect heeft, zo’n element voorshands niet mag worden “weg” geïnterpreteerd uit de conclusies van een octrooi.