020 530 0160

Richtlijn Dataretentie en de interne markt?

Gepubliceerd op 15 oktober 2008 categorieën ,

In de zaak van Ierland vs. het Europees Parlement en de Raad heeft Advocaat-Generaal Bot zijn conclusie gegeven.


De zaak voor het Europese Hof van Justitie betrof de volgende kwestie. In april 2004 hebben een aantal lidstaten een ontwerp ingediend bij de Europese Raad. Dit ontwerp had betrekking op de bewaring van gegevens door, kort gezegd, telecom- en internet providers met het oog op het voorkomen, onderzoeken, opsporen en vervolgen van strafbare feiten, daaronder begrepen terrorisme. Het ontwerp had zijn grondslag in de artikelen van het EU-Verdrag betreffende de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken. 


Bij het maken van Europese regels op het gebied van politiële en justitiële samenwerking tussen de lidstaten, hebben de organen van de Gemeenschap minder vergaande bevoegdheden en zij zijn aan striktere regels gebonden dan wanneer het regelgeving betreft op economisch vlak. 


De Commissie was echter van mening dat artikel 95 van het EG-verdrag als grondslag moest worden genomen. Volgens dit artikel kunnen maatregelen worden getroffen die de instelling en de werking van de interne markt betreffen; maatregelen die zorgen voor een beter intracommunautaire handelsverkeer. De richtlijn is uiteindelijk op deze grondslag aangenomen.


Daarop heeft Ierland, ondersteund door Slowakije, het Hof verzocht om nietigverklaring van de richtlijn op grond dat deze niet op een passende rechtsgrondslag is vastgesteld.


De advocaat-generaal herinnert eraan dat een op artikel 95 EG gebaseerde handeling tot doel moet hebben, de voorwaarden voor de instelling en de werking van de interne markt te verbeteren. Hij wijst erop dat verschillende lidstaten wetgeving hadden aangenomen op het gebied van het bewaren van gegevens en dat deze nationale bepalingen onderling aanzienlijke verschillen vertoonden. Hieruit en uit het feit dat het bewaren van gegevens door de aanbieders van elektronische communicatiediensten een aanzienlijke financiële last vormt, volgt dat een aanbieder van elektronische communicatiediensten aan het bewaren van gegevens verbonden kosten zou moeten dragen die verschillen naar gelang de lidstaat waarin hij die diensten wil aanbieden. Die verschillen kunnen het vrije verkeer van elektronische communicatiediensten belemmeren en de instelling en de werking van de interne markt voor elektronische communicatiediensten hinderen.


Om die redenen is de advocaat-generaal van mening dat de richtlijn op goede gronden op artikel 95 EG is gebaseerd.


Lees hier het persbericht en hier de conclusie.

Bron: Europa.eu
Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

publicaties

Gerelateerde artikelen