020 530 0160

Raad van State: burger draagt risico´s digitalisering overheid

Gepubliceerd op 26 september 2018 categorieën , ,

Overheidsdiensten digitaliseren in toenemende mate. Van de burger wordt met het oog daarop verwacht dat hij, om contact met de overheid te onderhouden, met internet, computers en smartphones overweg kan. Voor het elektronisch berichtenverkeer tussen burger en overheid is bijvoorbeeld de website MijnOverheid opgezet. Burgers kunnen met behulp van hun DigiD beveiligd inloggen op MijnOverheid en de berichtenbox openen. De burger wordt zo steeds vaker opgezadeld met digitalisering en nieuwe technologieën bij de overheid en de nadelige gevolgen daarvan. De rechtsbescherming van de burger komt daardoor in het geding, daarvoor waarschuwt de Raad van State in een ongevraagd advies.

Geautomatiseerde besluitvorming

Bij digitalisering van de besluitvorming dreigt de burger in toenemende mate te worden geconfronteerd met geautomatiseerde besluiten, die zonder menselijke tussenkomst zijn genomen. Het risico zit hem volgens de Raad van State in het feit dat die burger niet kan nagaan welke regels zijn toegepast en het niet meer is vast te stellen of de regels ook werkelijk doen waarvoor ze bedoeld zijn. De Raad van State vreest ervoor dat de burger slachtoffer wordt van ´een robotachtige gelijkheid, waarbij geen oog meer bestaat voor de eigenheid van zijn situatie.´ De Raad van State wijst er daarnaast op dat de burger geconfronteerd kan worden met besluiten die genomen zijn op basis van gegevens die van verschillende andere bestuursorganen zijn verkregen. In dat geval is het haast onmogelijk om na te gaan of de besluiten op basis van correcte gegevens zijn genomen. Bovendien zal de burger zelf aannemelijk moeten maken dat er een fout is gemaakt; in geval van fouten in het systeem moet hij zijn eigen “onschuld bewijzen”.

Ten aanzien van geautomatiseerde besluitvorming, bepaalt de AVG bepaalt dat geautomatiseerde besluitvorming (inclusief profilering), zonder menselijke tussenkomst, in beginsel niet is toegestaan. De AVG maakt hierop een uitzondering voor geautomatiseerde besluitvorming die gebaseerd is op een wettelijke grondslag, mits daarbij wordt voorzien in passende maatregelen ter bescherming van de rechten en vrijheden en gerechtvaardigde belangen van de betrokkene. Dat betekent dat in de praktijk nader zal moeten worden bepaald wanneer geautomatiseerde besluitvorming, gelet op de uitvoering van publieke taken, noodzakelijk en proportioneel is. Bovendien zal op grond van de AVG moeten worden geconcretiseerd welke passende maatregelen gelden ter bescherming van de burger.

Tegen die achtergrond adviseert de Raad van State om:

       de beginselen van behoorlijk bestuur, en in het bijzonder het motiveringsbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel, verscherpt te interpreteren in de context van digitalisering. Dat betekent onder meer dat in een besluit moet worden toegelicht welke beslisregels (algoritmen) zijn gebruikt en welke gegevens zijn overgenomen van andere bestuursorganen. Daarmee kan de positie van de burger bij geautomatiseerde en ketenbesluitvorming worden versterkt;

       maatwerk en “menselijke” heroverweging in de bezwaarfase van geautomatiseerd tot stand gekomen besluiten te bevorderen.

AVG

De Raad van State stelt vast dat de wetgever onvoldoende voorzieningen treft voor de burger die geen weg weet in de digitalisering. De overheid probeert haar dienstverlening steeds verder te verfijnen, maar digitale dienstverlening dwingt, zeker indien het gaat om grote aantallen, tot standaardisering en automatisering van besluiten en uitvoering. Daardoor komt maatwerk (rekening houden met alle relevante feiten en omstandigheden) in de knel. Met het oog op de kwaliteit van de digitale dienstverlening en de beginselen van behoorlijk bestuur die in dat kader tegenover de burger in acht moeten worden genomen, is ook de van 25 mei 2018 van toepassing zijnde Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) van belang:

 `Daarbij gaat het om verschillende in de AVG neergelegde rechten van burgers zoals het recht op inzage en rectificatie van gegevens (in ketens) van overheidsorganisaties (Artikel 15 tot en met 18 AVG), het recht van bezwaar (Artikel 21 AVG) en het recht op vrijwaring van geautomatiseerde besluitvorming (Artikel 22 AVG). Voorts legt de AVG de overheid in zijn hoedanigheid van verwerkingsverantwoordelijke de nodige plichten op die overlap vertonen met de onderwerpen die in dit advies aan de orde komen. De overheid is op grond van de AVG verplicht om algemene beginselen van rechtmatigheid, behoorlijkheid en transparantie in acht te nemen (Artikel 5 AVG). Voorts wijst de Afdeling op de in de AVG neergelegde verplichting om de burger uit eigen beweging te informeren (Artikel 13-14 AVG) en de verplichting om reeds bij de inrichting van systemen rekening te houden met de bescherming van persoonsgegevens (met inbegrip van recht op inzage en correctie) (Artikel 25 AVG). In algemene zin legt de AVG de plicht op aan de overheid om zich te verantwoorden dat op een rechtmatige en zorgvuldige wijze met persoonsgegevens wordt omgegaan (Artikel 24 AVG)

Tegen die achtergrond adviseert de Raad van State om:

       een nieuw beginsel van behoorlijk bestuur – het recht op toegang tot en zinvol contact met de overheid – nader te ontwikkelen en te operationaliseren.

       haar verantwoordelijkheid voor een effectieve uitvoering van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) (zie noot 5) waar te maken door bestuursorganen actief te ondersteunen in de operationalisering van de in de AVG neergelegde rechten en waarborgen, in het bijzonder het recht op inzage en correctie van gegevens (in ketens) van overheidsorganisaties.

Bron: www.raadvanstate.nl
Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

auteur

Lora

publicaties

Gerelateerde artikelen