Start-ups zijn hot en worden nu ook door de politiek ontdekt en omarmd. D66 Tweede Kamerlid Kees Verhoeven wil dat er een aparte rechtsvorm komt voor jonge innovatieve bedrijven. De gedachte is dat deze zogenaamde Startup-bv een aantal (financiële) vrijstellingen krijgt zodat de onderneming haar kapitaal optimaal in kan zetten voor de ontwikkeling van het concept en het uitbouwen van de onderneming.
Het zou gaan om een periode van 2 jaar waarin de Startup-bv volgens het voorstel van D66 samengevat de volgende faciliteiten krijgt:
-
lagere loon- en investeringskosten en een lagere winstbelasting;
-
geen werkgeverspremie over de eerste werknemer;
-
geen verplichting tot deponering van de jaarrekening en derhalve geen accountantskosten;
-
geen gebruikelijkloonregeling;
-
meer flexibiliteit tijdelijke arbeidscontracten;
-
fiscale faciliteiten waardoor het investeren in een Startup-bv aantrekkelijk wordt.
Het voorstel vloeit voort uit de overtuiging dat start-ups steeds belangrijker zijn voor de economische groei en werkgelegenheid. Volgens de plannen van D66 zou de Startup-bv toegankelijk moeten zijn voor start-ups die aangesloten zijn bij organisaties die startende bedrijven selecteren en ondersteunen bij de groei. Dat is goed nieuws voor de incubators and accellerators. Verder zouden start-ups die worden gefinancierd door ‘erkende ‘business angels’ (whatever that may be) gebruik kunnen maken van de regeling. Nederland zou volgens de berichten hiermee het eerste land ter wereld zijn die een aparte rechtsvorm heeft voor start-ups.
De bereidheid om nieuwe initiatieven te stimuleren is toe te juichen. Er zal echter nog heel wat (denk)werk moeten worden verricht om te komen tot een evenwichtige regeling die een dergelijke uitzonderingspositie voor de Startup-bv rechtvaardigt ten opzichte van bestaande bedrijven en vooral ook ten opzichte van alle nieuwe ondernemingen en initiatieven die niet als innovatief worden gekwalificeerd.
