020 530 0160

Op herhaling: uitleg kwijtingsbepaling in vaststelling

Gepubliceerd op 1 december 2009 categorieën ,

Eerder berichtte ik al over een uitspraak waarin de rechter een oordeel velde over de reikwijdte van een kwijtingsbepaling in de vaststelling. Deze week viel mijn oog op een andere uitspraak, waarin dezelfde materie speelt. Ik heb de indruk dat de rechter in deze zaak – aan de hand van overigens dezelfde criteria – een iets andere koers vaart. Trouwens wel een koers die mij meer aanstaat. Het gaat hier om de vraag of dwangsommen al dan niet onder de kwijtingsbepaling vallen. De rechter overweegt dat “voor een kwijtingsbeding in een vaststellingsovereenkomst geldt dat de uitleg moet plaatsvinden met inachtneming van de Haviltex-formule. Kern van die formule is dat de tekst van het kwijtingsbeding niet allesbepalend is. Hoewel de tekst van het beding een eerste aanknopingspunt is, en de aard van een vaststellingsovereenkomst al meebrengt dat groot gewicht moet worden toegekend aan de bewoordingen daarvan, gaat het uiteindelijk om datgene wat partijen hebben bedoeld en wat zij over en weer omtrent de bedoelingen van de andere partij hebben mogen begrijpen, waarbij van belang kan zijn welke rechtskennis van partijen kan worden verwacht (vgl. HR 13 maart 1981, NJ 1981, 635). ”

Haviltex dus.

De rechter vervolgt dan met: “Het hof overweegt dat de tekst van het kwijtingsbeding op zichzelf in duidelijke bewoordingen formuleert dat partijen – na voldoening van hun verplichtingen zoals die in de vaststellingsovereenkomst zelf zijn opgenomen – jegens elkaar finaal gekweten zijn. Gelet op de bewoordingen van het kwijtingsbeding, gelezen in verband met de in art. 14 geformuleerde verplichting van Artimedès c.s. tot opheffing van de beslagen – concludeert het hof voorshands dat uit artikel 15 in samenhang met artikel 14 van de vaststellingsovereenkomst volgt dat de opheffing van het beslag meebrengt dat het beslag geen gevolg heeft gehad. Voor zover op grond daarvan gelden in de macht van Artimedès c.s. zijn gekomen, verplicht de kwijting daarvan tot terugboeking van die gelden aan [geïntimeerden]” 

Voorts overweegt het Hof nog dat:  “uit het enkele feit dat [geïntimeerden] ten tijde van het sluiten van de vaststellingsovereenkomst mogelijk wisten dat er reeds dwangsommen waren geëxecuteerd, kan niet afgeleid worden dat partijen deze dwangsommen in de hiervoor bedoelde, door Artimedès c.s. verdedigde zin, buiten de vaststellingsovereenkomst hebben willen houden. Artimedès c.s. moeten begrepen hebben dat [geïntimeerden] met de vaststellingsovereenkomst tot een finale regeling hebben willen komen. In dit verband is nog van belang dat Artimedès c.s. werden bijgestaan door een advocaat zodat van Artimedès c.s. verwacht had mogen worden dat zij, indien zij de dwangsommen buiten de vaststellingsovereenkomst hadden willen houden, dit in de vaststellingsovereenkomst hadden moeten laten opnemen. Het valt dan ook niet in te zien – er zijn door Artimedès c.s. ook geen omstandigheden gesteld die erop duiden – dat partijen de geëxecuteerde dwangsommen buiten de vaststellingsovereenkomst en het daarin vervatte kwijtingsbeding hebben willen houden. “

Lees hier de uitspraak.
  

Bron: rechtspraak.nl
Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

auteur

Menno Weij

publicaties

Gerelateerde artikelen