020 530 0160

One Size Connects All: Interoperabiliteit onder de DMA

De Europese Commissie (“Commissie”) heeft op 19 maart dit jaar twee belangrijke besluiten genomen die specificeren hoe Apple moet voldoen aan haar interoperabiliteitsverplichtingen onder de Digital Markets Act (“DMA”). De Commissie heeft nu concreet bepaald welke stappen Apple moet zetten op het gebied van het verbeteren van het proces voor interoperabiliteitsverzoeken van derden en het vereenvoudigen van de aansluiting van externe apparaten (connected devices). Deze besluiten volgen op de twee specificeringsprocedures die de Commissie september 2024 startte om Apple te begeleiden bij het naleven van de DMA.

Via een specificatieprocedure kan de Commissie een ‘poortwachter’ (zoals Apple of Alphabet) exact voorschrijven welke maatregelen deze moet nemen om te voldoen aan haar verplichtingen onder de DMA. Op basis van de interoperabiliteitsverplichtingen wordt het mogelijk dan wel eenvoudiger voor aanbieders van “externe” producten om deze te laten functioneren op de besturingssystemen van poortwachters zoals iOS, iPadOS (Apple) en Android (Alphabet).

Poortwachters die besturingssystemen of virtuele assistenten beheren zijn op grond van de DMA namelijk verplicht om apps of producten van externe aanbieders te laten functioneren op hun besturingssystemen of virtuele assistenten. Zie voor andere verplichtingen en verboden van poortwachters onder de DMA onze algemene blog over de DMA en de blog over het verbod op self-preferencing.

Interoperabiliteit

Interoperabiliteit is geen dagelijks begrip, maar toch hebben we er dagelijks mee te maken. Voor de consument betekent dit de optie om een koptelefoon van Bose aan te sluiten op een Apple of Android telefoon of gebruik te maken van alternatieve appwinkel op een Apple of Android telefoon. Kortom, interoperabiliteit beoogt het zogenoemde lock-in effect te beperken waardoor consumenten eenvoudiger kunnen overstappen naar producten en diensten van andere aanbieders. Voor ontwikkelaars van producten en diensten biedt dit een verruiming van hun mogelijkheden om deze producten of diensten compatibel te maken met de producten en diensten van poortwachters.

De DMA bevat horizontale interoperabiliteitsverplichtingen (tussen dezelfde producten) en verticale interoperabiliteitsverplichtingen (producten die op elkaar aansluiten).

Verticale interoperabiliteit

Het gros van de interoperabiliteitsverplichtingen van de DMA is verticaal van aard. Verticale interoperabiliteit ziet op diensten en producten in verschillende niveaus van de keten. De verticale interoperabiliteitsverplichtingen zien op twee niveaus van de waardeketen: i) besturingssystemen (OS) en virtuele assistenten (VA) en ii) apps, app stores en hardware- en softwarefuncties die kunnen samenwerken met OS’s en VA’s.

Artikel 6(4) DMA verplicht poortwachters die besturingssystemen (OS) beheren (zoals Google en Apple) om interoperabiliteit te bieden tussen hun besturingssystemen en softwaretoepassingen van derden. Dit betekent dat ontwikkelaars van externe apps de mogelijkheid moeten hebben om hun software te laten functioneren op de besturingssystemen van deze poortwachters, zoals Android of iOS.

Artikel 6(7) DMA vereist dat zowel OS- als VA-poortwachters kosteloos effectieve interoperabiliteit moeten realiseren tussen hun hardware-, software- en besturingssysteemfuncties en de hardware en digitale diensten van derden. Deze verplichting beoogt een gelijk speelveld te creëren. Een derde moet dus in staat zijn om net zo effectief verbinding te maken met de functies als de eigen diensten of hardware van de poortwachter. net zo effectief als de eigen diensten of hardware van de poortwachter verbinding kunnen maken met de respectievelijke functies. Dit houdt in dat de poortwachters niet alleen toegang moeten bieden tot hun systemen, maar ook dat de toegangsvoorwaarden voor eigen diensten gelijk zijn voor externe dienstverleners of aanbieders van hardware. Deze toegangsvoorwaarden moeten eerlijk, redelijk en niet discriminerend zijn.

Horizontale interoperabiliteit

Naast verticale interoperabiliteit bestaat er ook horizontale interoperabiliteit. Artikel 7 DMA, voert een horizontale interoperabiliteitsverplichting in voor poortwachters die nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten aanbieden, oftewel online messagingdiensten. Deze interoperabiliteitsverplichting heeft in eerste instantie alleen betrekking op een subset basisfuncties, namelijk individuele berichten tussen twee afzonderlijke eindgebruikers en de uitwisseling van media en bestanden tussen die gebruikers. Ook moet het verzoek vanuit de derde aanbieder komen. Binnen twee of vier jaar moet dit uitgebreid zijn tot berichtuitwisseling in groepen en spraak- en videogesprekken. Eind-tot-eindversleuteling mag daarbij niet in gevaar komen en ook moeten poortwachters maatregelen nemen die noodzakelijk zij om de veiligheid te waarborgen.

Horizontale interoperabiliteit beoogt dus de mogelijkheid te bieden om te communiceren tussen verschillende producten, met name berichtendiensten zoals WhatsApp, Signal en Messenger. Een sprekend voorbeeld van al bestaande interoperabiliteit is de mogelijkheid om tussen verschillende emailservices te communiceren, zoals tussen het @hotmail.com, @icloud.com of @gmail.com domein.

Hoe verder?

Met de specificatieprocedures heeft de Commissie een nieuwe stap gezet om het poortwachters te laten voldoen aan hun verplichtingen onder de DMA. Sinds maart 2025 is de Autoriteit Consument & Markt (“ACM”) in Nederland bevoegd om onderzoek te doen naar de naleving van de DMA. SOLV adviseert verschillende bedrijven over de potentie van de DMA voor hun bedrijfsvoering. Ook adviseert zij bedrijven bij klachten tegen poortwachters die op oneerlijke wijze concurreren.

Voor vragen kunt u contact opnemen met Kim van Haastrecht, Jelle van den Biggelaar en Michelle de Graef.

Deel:

publicaties

Gerelateerde artikelen