In deze rubriek worden wekelijks TMC-gerelateerde Kamervragen en -antwoorden besproken. Deze week werd antwoord gegeven op vragen rondom het vloeken tijdens een radioprogramma van de NPO, misleidende praktijken door telecomaanbieders en het Bel-me-niet Register. Ook zijn er nieuwe vragen gesteld over de beveiliging van websites van Nederlandse ambassades.
Vloeken tijdens radioprogramma NPO
Staatssecretaris Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft vragen beantwoord van de leden Schalk (SGP), Bikker (ChristenUnie), Atsma (CDA) en Ten Hoeve (OSF) over “de godslasterlijke wijze waarop de presentator Giphart zich heeft uitgelaten over vloeken” in een radioprogramma van BNN-VARA in het kader van het 100-jarig bestaan van de Bond tegen het vloeken. De Kamerleden vragen zich af hoe dit vloeken in verhouding staat tot de ambitie en verantwoordelijkheid van de NPO om kwalitatief hoogwaardig aanbod te produceren, dat onderscheidend is ten opzichte van commerciële omroepen. Dekker kan zich voorstellen dat dergelijke uitlatingen als kwetsend worden ervaren, maar hij meent ook dat het niet aan hem is om een oordeel te geven over de inhoud van een programma van een publieke media-instelling. Op grond van artikel 2.88, eerste lid, van de Mediawet 2008 zijn namelijk de publieke media-instellingen zelf verantwoordelijk voor de vorm en inhoud van het door hen verzorgde media-aanbod.
Op de vraag of het onnodig en ernstig beledigend uitlaten over iemands geloof( of geloofsbeleving) voorkomen moet worden, antwoordt Dekker dat het recht op vrijheid van meningsuiting mede omvat het doen van uitingen die anderen in de samenleving mogelijk kwetsen, choqueren of verontrusten. De staatssecretaris beroept zich daarbij op vaste rechtspraak van onder andere het Europees Hof voor de rechten van de mens. Hiervan is sprake wanneer deze uitlatingen zijn gedaan in de context van een concrete bijdrage aan het maatschappelijk debat, zoals in dit geval waarin op satirische wijze onder andere stelling werd genomen tegen een eerdere uiting van de Bond tegen vloeken. De uitlatingen waar het hier over gaat, vallen volgens Dekker onder de vrijheid van meningsuiting.
Slamming door telecomcowboys
Minister Kamp (Economische Zaken) heeft antwoord gegeven op vragen van Bosma (VVD) over slamming door telecomcowboys: het ongevraagd wisselen van telefoonaanbieder zonder dat daar uitdrukkelijke voorafgaande toestemming voor gegeven is. Bosma wil weten welke stappen er al zijn gezet om deze praktijken te voorkomen. Kamp meldt dat sinds begin januari intensief overleg wordt gevoerd over de herziening van de zelfreguleringsafspraken voor CPS/WLR-diensten uit 2007 om slamming van zakelijke abonnees tegen te gaan. De besprekingen zijn in een vergevorderd stadium, maar er is vooralsnog geen volledige overeenstemming bereikt. Het overleg tussen de telecomaanbieders zou moeizaam verlopen en er zijn grenzen aan hetgeen met vrijwillige zelfregulering kan worden bereikt.
Daarnaast heeft de ACM voorbeeldbrieven opgesteld waar zakelijke abonnees die het slachtoffer zijn van slamming gebruik van kunnen maken. In deze voorbeeldbrieven is de recente wettelijke bescherming van ondernemers tegen acquisitiefraude verwerkt, waaronder de omkering van de bewijslast, zodat zakelijke abonnees hier goed gebruik van kunnen maken. Het actief waarschuwen, door de ACM en ook de Fraudehelpdesk en MKB Nederland, draagt bij aan bewustzijn bij ondernemers om alert op te zijn op slamming en andere vormen van acquisitiefraude.
Bel-me-niet Register
Minister Kamp (Economische Zaken) heeft vragen beantwoord van Kamerlid Verhoeven (D66) over het onderzoek van de Consumentenbond naar het Bel-me-niet Register. Hieruit blijkt dat 89% van de respondenten in het onderzoek zegt ongevraagd gebeld te zijn door een bedrijf of instantie. Verhoeven wil weten wat de minister vindt van het voorstel van de Consumentenbond om voor ex-klanten dezelfde regels te laten gelden als voor consumenten die nog nooit in contact zijn geweest met desbetreffende bedrijven en instanties. Kamp benadrukt het onderscheid tussen het recht van verzet en het Bel-me-niet Register. In het huidige systeem kunnen consumenten gebruik maken van hun recht van verzet wanneer zij ongevraagd gebeld worden door een bedrijf waar zij klant zijn geweest. Volgens de minister biedt het huidige systeem voor telefonische direct marketing, waarmee consumenten het recht van verzet wordt geboden, een evenwichtige waarborg van de belangen van het bedrijfsleven en de consument.
Ook heeft minister Kamp antwoord gegeven op vragen van de leden Jacobi en Mei Li Vos (beiden PvdA). De leden willen weten of het klopt dat wettelijk een consument gebeld mag worden als hij of zij eerder klant was bij het bellende bedrijf. De minister geeft aan dat ondanks een inschrijving in het Bel-me-niet register consumenten wel telefonisch benaderd mogen worden door bedrijven waar zij klant zijn, of zijn geweest. Willen consumenten in deze situatie niet gebeld worden, dan kunnen zij gebruik maken van hun recht van verzet. Het recht van verzet kan tegen ieder bedrijf worden gebruikt door zowel klanten, ex-klanten en niet-klanten. De Autoriteit Consument en Markt ziet toe op de naleving van deze regels.
Nieuwe vragen
Kamerlid Ten Broeke (VVD) heeft vragen gesteld aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de beveiliging van websites van Nederlandse ambassades. Uit onderzoek zou blijken dat ruim de helft van de websites geen beveiligde verbinding biedt, die kan voorkomen dat kwaadwillenden informatie kunnen bemachtigen.
Antwoord op deze en andere vragen zijn te lezen op onze blog!
Met dank aan Priscilla Peterson