020 530 0160

Ondertussen in Den Haag – digitaal seksueel misbruik

Gepubliceerd op 27 december 2017 categorieën 

In deze rubriek worden wekelijksTMC-gerelateerde Kamervragen en -antwoorden besproken. Afgelopen week was het als gevolg van de feestdagen tamelijk rustig in de Tweede Kamer, zo ook op TMC gebied. Wel werden er kort voor het kerstreces vragen beantwoord over digitaalseksueel misbruik.

Naar aanleiding van het bericht «Zweed(41) krijgt 10 jaar cel voor verkrachting via Skype» werden vragen beantwoord door minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) over digitale verkrachting. Opde vraag naar de strafbaarheid van het onder dwang aanzetten tot seksuele handelingen via internet legt de minister uit dat in het onderzoek naar jurisprudentie van de Hoge Raad «Herziening van de zedendelicten?» wordt geconcludeerd dat strafrechtelijk optreden tegen het onder dwang aanzetten tot seksuele handelingen via internet op grond van het misdrijf verkrachting niet goed mogelijk is. De rechtbank in de Zweedse zaak kwalificeerde een substantieel deel van de handelingen waartoe de slachtoffers online zijn aangezet als ernstig seksueel misbruik of seksuele dwang. De meest ernstige handelingen, zoals handelingen waarbij slachtoffers werden gedwongen tot het verrichten van seksuele handelingen met honden of andere jongere kinderen, zijn door de rechtbank gekwalificeerd als verkrachting. Het online aanzetten tot dergelijke online handelingen valt, op grond van de Nederlandse wetgeving niet onder de reikwijdte van het misdrijf verkrachting, maar onder de reikwijdte van andere misdrijven waarbij in de eerste plaats gedacht kan worden aan aanranding, ontucht met een kind, verleiding van een minderjarige en kinderpornografie. Dit laat onverlet dat op dit soort gedragingen ook in de Nederlandse strafwet delicts omschrijvingen zijn toegesneden die wat strafpositie betreft dicht tegenh et strafmaximum van het misdrijf verkrachting aan komen, aldus de minister.

Op de vraag of de minister van plan is om bij de aangekondigde herziening van de zedentitel van het Wetboek vanStrafrecht digitale verkrachting als afzonderlijk misdrijf strafbaar te stellen laat hij weten dat het wetsvoorstel nog in voorbereiding is. De reikwijdte van de strafrechtelijke aansprakelijkheid voor verkrachting wordt hierbij betrokken. De minister verwacht dat na afronding van het deskundigenoverleg, in de loop van 2018, een wetsvoorstel tot modernisering van de zedenwetgeving in consultatie kan worden gegeven.

Meer Kamervragen en -antwoorden zijn in het nieuwe jaar te lezen op onze blog!

Metdank aan Lucas Wolthuis Scheeres

Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

auteur

Nina Lodder

publicaties

Gerelateerde artikelen