Wie inbreuk maakt op eens anders intellectueeleigendomsrecht door een ontwerp na te maken, loopt risico’s. Een daarvan is dat de rechter verbiedt de nagemaakte ontwerpen te verhandelen. Dan zijn de marketinging- en verkoopinspanningen voor niets. Daarnaast moet de inbreukmaker vaak de namaak afgeven en laten vernietigen. Dan ben je ook nog de productiekostenkwijt, plus de kosten van vernietiging.
Zie voor een recent voorbeeld het vonnis van 19 augustus 2004 van de Voorzieningenrecher van de Rechtbank Middelburg, dat pas op 4 November bekend werd via www.rechtspraak.nl. Het ging daar om de procedure tussen de Engelse onderneming H. Morris & Co ltd en Frans Bijnen Meubelen B.V. (FBM) uit Hulst over de verhandeling van zogenaamde Lucia meubelen door FBM. Volgens de Voorzieningenrechter zijn deze een kopie van de Cosmopolitanreeks van Morris. FBM kwam aan die meubelen via een Poolse producent, die ooit de ontwerptekeningen van de Cosmopolitanreeks had gekregen voor het uitbrengen van een offerte aan Morris. Tegen de afspraak in waren de ontwerptekeningen niet geretourneerd, en hergebruikt voor het maken van meubels voor FBM.
De Voorzieningenrechter besliste dat FBM de Lucia meubels niet meer mag verhandelen, en de nog overige voorraad moet afgeven. De meubels ombouwen in Polen, zoals FBM nog had gevraagd, werd dus afgewezen.
