Per ongeluk een overeenkomst sluiten is een onderwerp dat al sinds de begintijd van e-commerce de gemoederen bezig houdt. Zo is in de richtlijn elektronische handel artikel 11 (Plaatsing van de order) onderwerp van heftig debat geweest de vraag uit hoeveel stappen een online gesloten overeenkomst zou moeten bestaan. Na 4 (voorstel), 3 (gewijzigd voorstel) werden het er uiteindelijk 2 (met een ontvangstbevestiging, zie art. 6:227c lid 2 BW “…bevestigt de dienstverlener zo spoedig mogelijk langs elektronische weg de ontvangst van deze verklaring.”).
Momenteel ben ik met Tina van der Linden bezig met het samenstellen van een overzicht van internetrecht uitspraken uit de periode 2009-2014. Vorsend door de prachtige overzichten van Tina kwam ik zojuist een uitspraak van de voorzieningenrechter Rotterdam (ECLI:RBROT:2014:6669) van afgelopen zomer tegen, 4 augustus om precies te zijn,.
Tijdens een online veiling drukt een deelnemer op een knop, maar hij had zich vergist. Op grond van de veilingvoorwaarden is aan de notaris om te bepalen of hier een beroep op gedaan kan worden, aldus artikel 2 lid 4 AVVI 2013:
“Het oordeel van de Veilingnotaris omtrent datgene wat zich tijdens de Veilingperiode afspeelt en de uitleg of de toepassing van de Bijzondere Veilingvoorwaarden op de Veilingperiode is beslissend.”
Dat er sprake van een vergissing is, is in de ogen van de rechter voldoende aannemelijk:
“Dit blijkt alleen al uit het feit dat [X Holding B.V.] enkele minuten na het drukken op de “MIJN”-knop bij het bedrag van € 550.000,00 en de ontdekking dat de totale koopsom neerkwam op ruim een miljoen euro, de in het veilinghuis aanwezige kandidaat-notaris telefonisch heeft laten weten dat sprake is van een vergissing.”
De rechter vervolgt met de prachtige observatie:
“Inherent aan een vergissing is dat deze pas achteraf wordt ontdekt.”
De bedoeling was 550 duizend euro te betalen, niet de meer dan een miljoen waar abusievelijk het bod uit bestond. In het verleden zijn er wel uitspraken geweest in Duitsland van een auto die voor de helft van de prijs wegging. In dat geval had de aanbieder zijn instellingen niet juist waardoor de auto voor een te lage prijs weg kon. Ook in Nederland is een huis op die wijze voor de helft van de prijs verkocht, ware het niet dat de rechter vaststelde dat de verkoper zijn echtgenote niet in zijn voornemen had gekend, waardoor de koop ongeldig werd verklaard.
De rechter in deze zaak stelde vast:
“Dat voldoende aannemelijk geworden dat een bedrag van ruim een miljoen euro voor het onderhavige bedrijfspand een buitengewoon hoog bedrag is.”
Bovendien was het pand getaxeerd op een bedrag tussen de € 750.000,00 en € 925.000,00. Een taxatie van een andere taxateur kwam zelfs op uit op € 600.000,00
Ondanks dit al meende de notaris dat er toch sprake was van een geldige overeenkomst. Hij was echter niet in procedure opgeroepen door de bank (de eisende partij), dus kon niet gehoord worden. Na enkele overwegingen over de veilingvoorwaarden en hoe overeenkomsten bij een veiling tot stand komen stelt de rechter:
“Thans staat onvoldoende vast dat de Bank een beroep toekomt op artikel 3:35 BW. Direct nadat [X Holding B.V.] de kandidaat-notaris heeft laten weten dat sprake was van een vergissing, heeft de kandidaat-notaris volgens [X Holding B.V.] overleg gehad met de Bank. Niet uit te sluiten valt dat de Bank hierdoor voor de gunning van de vergissing op de hoogte was en de Bank er aldus niet gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat de verklaring van [X Holding B.V.] (het bod op de afslag) overeenstemde met de wil van [X Holding B.V.] om € 1.064.000,00 plus bijkomende kosten voor het bedrijfspand te betalen.”
Het voorgaande samenvattend oordeelt de voorzieningenrechter dat te ongewis is dat in een bodemprocedure beslist zal worden dat tussen partijen een perfecte overeenkomst tot stand is gekomen als bedoeld in 4.2., zodat op de afloop van die bodemprocedure niet vooruit gelopen kan worden. De vordering zal daarom worden afgewezen.
Hoewel van onherroepelijkheid van biedingen bij veilingen in beginsel sprake is, kan ik mij in het oordeel van de rechter in deze zaak vinden. Het zou me verbazen als in een grondprocedure hier anders over geoordeeld zou worden.