Een verrassingsoptreden van de Franse dj David Guetta samen met de wereldberoemde rapper Eminem! Zelfs Eminem wist hier niets van af. David Guetta gebruikte de technologie van artificial intelligence om de stem en rapstijl van Eminem na te bootsen. De Fransman liet een slimme tekstgenerator teksten maken die lijken op die van Eminem. Vervolgens liet hij deze tekst uitspreken door een voicegenerator die de stem van Eminem nadeed. Zo liet David Guetta tijdens zijn eigen optreden de rapper een couplet rappen.
Bij de TikTok-tophit If we ever broke up van de Engelse zangeres Mae Sephens gebeurde iets soortgelijks. Op het platform gaat een nieuwe versie van het liedje rond, waar niet haar stem maar de stem van popster Harry Styles te horen is. Dit zonder dat hij daar ooit één noot voor heeft hoeven zingen.
Technologisch gezien allemaal leuk, maar het roept tegelijkertijd allerlei vragen op. Hoe zit het juridisch gezien met dit stemgebruik? Maakt stemgebruik, gesimuleerd door een computer, inbreuk? Het auteursrecht stelt dat de auteursrechthebbende, de maker, het exclusieve recht heeft tot het openbaar maken en verveelvoudigen van zijn werk. Lastig in dit geval, want Eminem en Harry Styles hebben de tekst van de liedjes noch geschreven noch gezongen. Zij zijn in dit geval dus geen rechthebbende en hebben geen exclusieve rechten ten aanzien van de nummers.
Is de stijl van de zangers dan te beschermen? Lange tijd was het onduidelijk of stijlelementen door het auteursrecht beschermd kunnen worden. De Hoge Raad heeft inmiddels antwoord op deze vraag gegeven. Hoewel de Hoge Raad niet geheel uitsluit dat nabootsing van een stijl of van stijlkenmerken onrechtmatig kan zijn, laat het recht geen ruimte voor bescherming van de maker van een werk tegen zogenaamde slaafse nabootsing van een stijl of van stijlkenmerken.
Mocht het auteursrecht wel stemgeluid beschermen, dan zouden gebruikers van het stemgeluid zich eventueel nog kunnen beroepen op een uitzondering op het auteursrecht, namelijk de parodie-exceptie. Normaal is het overnemen van concrete delen van een werk inbreuk op het auteursrecht, maar in het kader van een parodie maakt het auteursrecht een uitzondering en is dit toegestaan.
Biedt het portretrecht dan een uitkomst? In het portretrecht is de positie van de stem al langer onderwerp van discussie. Het portretrecht geeft personen in bepaalde mate zeggenschap over hun beeltenis. Personen kunnen zich met dit recht in sommige gevallen verzetten tegen publicatie van hun portret. Er is echter geen stem-equivalent van het portretrecht. Er is al eerder rechtspraak geweest over stem-imitatoren. Zo is er eens geprocedeerd tegen een stem-imitator die koningin Beatrix nadeed en robeerde een vrouw in 2020 zich nog te verzetten tegen gebruik van een audiofragment van haar stem. De rechter heeft zich altijd duidelijk uitgesproken: een stem is géén portret.
In het vonnis uit 2020 bepaalde de rechter wel dat stemgeluid een biometrisch persoonsgegeven kan zijn. Persoonsgegevens zijn onder de Algemene Verordening Gegevensbescherming beschermd en mag je niet zomaar gebruiken. Biometrische persoonsgegevens zijn een soort persoonsgegevens die het resultaat zijn van technische verwerking van fysieke, fysiologische of gedrag-gerelateerde kenmerken van een persoon. Kort gezegd kan de identiteit van een persoon worden bevestigd door deze gegevens.
Als het stemgeluid dus herleidbaar is tot een persoon, is het stemgeluid als persoonsgegeven onder de AVG beschermd en mag je het niet zomaar gebruiken. Helaas heeft de AVG ook een uitzondering voor het gebruik van persoonsgegevens voor artistieke doeleinden. Eminem en Harry Styles kunnen niet al hun rechten uit de AVG uitoefenen op het gebruik van hun stemgeluid, als hun stemgeluid wordt gebruikt voor artistieke doeleinden, zoals bijvoorbeeld een muzieknummer.
Hoe zit het dan met de opnames van de optredens van Eminem en Harry Styles die zijn gebruikt om het algoritme te trainen van de technologie die de stemmen nabootste? Deze opnames zijn beschermd door het naburig recht. Naburige rechten zijn rechten die naast het auteursrecht staan en die een uitvoerend kunstenaar of geluidsproducent het recht geven te beslissen over de opname, vermenigvuldiging en uitzending van een uitvoering en daar een billijke vergoeding voor te ontvangen.
De Europese DSM-richtlijn schrijft regels voor voor dit soort gebruik van werken. Deze richtlijn ziet op het auteursrecht en naburige rechten in de digitale markt en geeft online diensten die data gebruiken bepaalde vrijheden. Auteursrechtelijk beschermde werken kunnen online gebruikt worden zolang er rechtmatige toegang is tot de werken. Makers zoals kunstenaars en fotografen kunnen volgens de richtlijn wel aangeven dat hun kunstwerken en foto’s enkel met hun toestemming voor AI gebruikt mogen worden. Hierdoor worden de werken enkel gebruikt voor goedgekeurde doeleinden. Zorgt de gebruiker niet voor toestemming, dan kan de rechthebbende hem aansprakelijk stellen.
Valt de activiteit van de algoritmes die David Guetta gebruikte voor het “optreden” van Eminem ook onder deze regels uit de DSM-richtlijn? Die vraag is nog niet beantwoord door de Europese wetgever of het HvJEU. De Europese wetgever zou als oplossing de regels kunnen aanpassen om het gebruik van algoritmes minder makkelijk te maken. Hoogst waarschijnlijk zal de EU-wetgever echter voorlopig nog niet ingrijpen en eerst kijken hoe deze kwestie zich in de praktijk ontvouwt en wat rechters daarvan zullen vinden.
In 2021 zette de EU-wetgever wel al de eerste stap door een beperking in te voeren die de commerciële variant van dit soort gebruik van werken tegengaat. Hoogstwaarschijnlijk is dat ook de reden dat David Guetta in zijn twitterbericht over het filmpje met het Eminem couplet schreef dat hij het nummer “uiteraard niet commercieel zal uitbrengen”. Je kan je wel afvragen hoe dit zich verhoudt tot de 2.1 miljoen views, 1.466 retweets, 886 quotes en 8.049 likes die het filmpje en daarmee David Guetta zelf kreeg.