Vorige week liet de Europese Commissie in een persbericht weten dat een akkoord is bereikt over de tekst van de geoblocking-verordening. Daar is een uitgebreide stoeipartij tussen de Commissie, de Raad van de EU en het Europees Parlement aan voorafgegaan. Met name het toepassingsgebied van de verordening was nog onderwerp van gesprek. Wat de definitieve tekst van de verordening wordt is nog even gissen, want die is nog niet gepubliceerd.
Als de geoblocking-verordening in werking treedt – naar verwachting rond Kerst 2018, waarna deze na 2 jaar in alle lidstaten geldt – hoopt de Europese Commissie dat landsgrenzen op het gebied van e-commerce worden doorbroken. Iedere online handelaar binnen de EU moet een consument uit een andere lidstaat dan hetzelfde behandelen als bezoekers uit haar eigen land. Dat betekent bijvoorbeeld dat je niet meer automatisch naar een lokale versie van een webshop mag worden doorverwezen. Daarnaast moet je ook echt producten in de webshop van een handelaar in een andere lidstaat kunnen kopen.
Voorbeelden
In haar persbericht licht de Commissie drie specifieke situaties uit waarin geoblocking-beperkingen zullen worden opgeheven:
Verkoop van goederen zonder fysieke levering. Een Belgische klant wil een koelkast kopen en vindt de gunstigste prijs op een Duitse website. De klant krijgt het recht om het product te bestellen en het op te halen op de locatie van de handelaar of er zelf voor te zorgen dat het bij hem thuis wordt bezorgd.
Verkoop van elektronisch geleverde diensten. Een Bulgaarse consument wil bij een Spaans bedrijf hostingdiensten voor haar website kopen. Ze krijgt toegang tot die diensten en kan deze registreren en kopen, en hoeft daarvoor vergeleken met een Spaanse consument geen extra vergoedingen te betalen.
Verkoop van diensten die op een specifieke fysieke locatie worden verleend. Een Italiaans gezin kan een reisnaar een attractiepark in Frankrijk rechtstreeks kopen en wordt daarbij niet doorgestuurd naar een Italiaanse website.
Definitieve scope
Qua toepassingsgebied zal de geoblocking-verordening aanhaken bij de Dienstenrichtlijn. Ondanks voorgestelde amendementen van het Europees Parlement zal geoblocking dus niet worden aangepakt voor wat betreft digitaal aangeboden auteursrechtelijk beschermde materialen. Oftewel: aanbieders van digitale audiovisuele content (Netflix, Spotify), e-books en games mogen ook na inwerkingtreding van de verordening hun waar alleen lokaal aanbieden. Een overwinning voor de aanbieders, terwijl de consument nog steeds de melding kan krijgen dat “deze content in zijn land niet beschikbaar is”.
Wel begreep ik dat een vertegenwoordiger van de Europese Commissie off the record heeft verklaard dat een consument onder de verordening een (beperkt) ‘right to know’ krijgt. Dat houdt in dat een consument mag inzien welke content Spotify in een andere EU-lidstaat aanbiedt, maar daartoe geen toegang kan krijgen. Kijken, kijken, niet (kunnen) kopen, zeg maar. Uiteraard een wassen neus voor de consument, maar je kunt dit ook zien als de eerste baby steps op weg naar internationale beschikbaarheid van digitale content. Video’s zouden dan trouwens weer niet onder deze transparantieverplichting vallen.
Al met al lijk het er op dat de definitieve tekst van de verordening niet veel zal afwijken van het voorstel van de Commissie. Daar schreven collega Nina Lodder en ik eerder dit stuk over. Het Europees Parlement moet het voorstel formeel nog goedkeuren in een vergadering die waarschijnlijk in februari 2018 zal plaatsvinden. Voor die tijd zal ook de definitieve tekst gepubliceerd worden. Op deze blog uiteraard meer zodra het zo ver is.