Er is enige ophef over een arrest van het Hof Amsterdam over schotelantennes, toevallig op een steenworp afstand (of zoals de Belgen zeggen: boogscheut) van SOLV. Het arrest is al op 16 December 2014 gewezen, maar pas op 17 februari 2015 in Rechtspraak.nl opgenomen (ECLI:NL:GHAMS:2014:5417). Geen idee waar deze vertraging door komt. Geenstijl en Webwereld besteden er wederom een week later, nl. vandaag, 24 februari 2015, aandacht aan.
De bewoners hadden zelf de betreffende woning uitgekozen en waren op de hoogte van het verbod om schotelantennes te plaatsen. Tot zover het privaatrecht. Nu is publiekrecht, in casu artikel 10 EVRM, ook relevant. Hierin is bepaald dat een ieder recht op vrije informatiegaring heeft. Dit is uiteraard geen absoluut recht. Zo mag ik geen antenne van 3 meter op mijn fiets zetten omdat ik graag bepaalde informatie tijdens een fietstochtje wil garen. Ook hier geldt dat ieder een eigen verantwoordelijkheid heeft, in lid 2 van artikel 10 EVRM omschreven als:
“Daar de uitoefening van deze vrijheden plichten en verantwoordelijkheden met zich brengt, kan zij worden onderworpen aan bepaalde formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties (…)”
Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft op 16 december 2008 (Khurshid Mustafa en Tarzibachi tegen Zweden) bepaald dat onder omstandigheden privaatrechtelijke verhoudingen minder zwaar kunnen wegen dan de fundamentele vrijheid van informatiegaring. Een van de overwegingen in die uitspraak is:
“45. It should be stressed that it has not been claimed that the applicants had any other means of receiving these or similar programmes at the time of the impugned decision than through the use of the satellite installation in question”
Er waren in die zaak geen alternatieven voor de informatiebehoefte, die bestond uit:
“44. In the instant case, the Court observes that the applicant wished to receive television programmes in Arabic and Farsi from their native country or region. That information included, for instance, political and social news that could be of particular interest to the applicants as immigrants from Iraq.”
In de Amsterdamse zaak ging het niet om Irakezen in Zweden, maar Portugezen in Amsterdam. De verhuurder, Ymere, heeft in de ogen van de rechter voldoende aangetoond dat er – anders dan in de bovengenoemde EHRM zaak – alternatieven zijn. Over de alternatieven overweegt het hof:
“Uit de door Ymere gegeven presentatie bij de gerechtelijke plaatsopneming is gebleken dat er verschillende mogelijkheden zijn om Portugeestalige programma’s te bekijken via internet. De RTP-zenders zijn real time te bekijken.
Daarnaast zijn er nog verschillende Portugeestalige zenders waarop achteraf programma’s te bekijken zijn, zoals portocanal.sapo, tvbrasil en livesoccertv. (…) zijn er naar ’s hofs oordeel met de genoemde mogelijkheden voldoende alternatieven beschikbaar voor [geïntimeerde] om Portugeestalige programma’s te bekijken en aldus voeling te houden met de Portugese taal en cultuur.”
Het is 2015. Er is meer dan TV, namelijk ook internet (met een vrijwel eindeloze hoeveelheid te garen informatie). Hiermee is niet gezegd dat alle verhuurdersverenigingen massaal schotels kunnen laten verwijderen. Het blijft een afweging, waarbij in deze zaak dan ook meespeelde dat:
“Dat gebouw is, zoals Ymere terecht heeft aangevoerd, gelegen op een beeldbepalende locatie aan het IJ en heeft, als oud havenpakhuis, een strakke architectuur.”