020 530 0160

Het coronavirus en overmacht

Gepubliceerd op 16 maart 2020 categorieën ,

Bijgewerkt op 19 maart

Inmiddels raakt het coronavirus vrijwel iedereen. Scholen, eet- en drinkgelegenheden en sportscholen zijn gesloten, veel mensen werken thuis, en iedereen wordt gevraagd om afstand te houden. Alles in het kader van flatten the curve. De economische gevolgen zijn, zeker in de hospitality-branche, enorm.

Vanuit juridisch perspectief is het een belangrijke vraag wat de gevolgen zijn van het coronavirus voor lopende contracten. Wat zijn de gevolgen wanneer je contractuele verplichtingen nu even niet kunt nakomen? Krijg je je geld terug, wanneer je wederpartij niet nakomt? Is het mogelijk om een contract te beëindigen? In deze blog lees je meer.

Overmacht

Crisissituaties zijn gelukkig de uitzondering, en niet de regel. Slechts zelden in de geschiedenis komt het voor dat de overheid maatregelen oplegt die verdergaan dan de huidige. Gelukkig bevat de wet wel een regeling om de gevolgen op te vangen: overmacht.

Eerst de hoofdregel: je moet je verplichtingen nakomen. Doe je dat niet, dan mag de ander de overeenkomst ontbinden. Er moet dan wel sprake zijn van verzuim, of de nakoming moet “blijvend of tijdelijk onmogelijk zijn”. Bovendien moet je de schade die een ander daardoor lijdt vergoeden, wanneer die tekortkoming aan degene die niet nakomt kan worden toegerekend.

Schade en overmacht

We beginnen met het vergoeden van schade. De wet bepaalt in artikel 6:75 BW namelijk:

“Een tekortkoming kan de schuldenaar niet worden toegerekend, indien zij niet is te wijten aan zijn schuld, noch krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.”

Deze regeling is de wettelijke overmachtregeling: je hoeft geen schade te vergoeden, wanneer een tekortkoming te wijten is aan overmacht. Van overmacht is sprake, wanneer iets niet jouw schuld is, en ook niet op grond van de wet, een contract of de maatschappelijke opvattingen voor jouw rekening komt. Of dat het geval is, moet van geval tot geval beoordeeld worden.

Om een voorbeeld te geven: allerlei congressen kunnen op dit moment niet doorgaan. Evenementen met meer dan honderd personen zijn al een tijdje verboden. Dat betekent dat congresorganisatiebureaus en evementencomplexen voor een enorme strop staan. Dat is niet de schuld van het congresorganisatiebureau, en ook niet van het evenementencomplex. Ook komt het niet volgens de wet of de maatschappelijke opvattingen voor rekening van een van beide partijen. Er is dus sprake van overmacht. Als een van de relevante partijen niet aan zijn contractuele verplichtingen kan voldoen, dan is er dus geen grond voor schadevergoeding.

Op het hiervoor genoemde uitgangspunt geldt een belangrijke uitzondering. In geval van een contractuele garantie gaat een beroep op overmacht niet op. Dat is de ware aard van een garantie: het maakt niet uit wat er gebeurt, ik zorg dat ik mijn verplichting nakom.

Ontbinden en overmacht

Voor het ontbinden van overeenkomsten geldt de overmachtsbepaling echter niet. De wet zegt in artikel 6:265 BW lid 1:

“Iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen geeft aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt.”

In jurisprudentie wordt keer op keer benadrukt dat iedere tekortkoming aan de wederpartij de bevoegdheid tot ontbinding geeft. Er hoeft dus geen sprake te zijn van een toerekenbare tekortkoming, dus overmacht speelt niet. Wel kan het zo zijn dat ontbinding niet op zijn plaats is, vanwege de bijzondere aard of geringe betekenis van de tekortkoming.

Of een tekortkoming als gevolg van het coronavirus kwalificeert als een tekortkoming met een bijzondere aard, kan ik u niet op voorhand met zekerheid vertellen. Ik meen dat hier echter in veel gevallen wel een goed argument voor te maken zal zijn. Dit blijft immers een uitzonderlijke situatie. Een rechter zal er ook op die manier naar kijken, en zal zich voornamelijk laten leiden door de redelijkheid en billijkheid. In dat kader is er een andere juridische maatregel die in sommige gevallen meer voor de hand ligt.

Onvoorziene omstandigheden

De wet biedt namelijk een mogelijkheid om de gevolgen van een overeenkomst te wijzigen, of die overeenkomst te ontbinden, wanneer er sprake is van onvoorziene omstandigheden. Er moet dan wel sprake zijn van zwaarwegende onvoorziene omstandigheden. Dat moet ver gaan: de wederpartij mag naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet verlangen dat de overeenkomst ongewijzigd in stand blijft.

Het is duidelijk dat daar niet snel sprake van is. Eerder oordeelde het gerechtshof Den Bosch al dat een economische crisis niet voldoende aanleiding geeft om te spreken van onvoorziene omstandigheden.

“Het hof stelt daarbij voorop dat het een feit van algemene bekendheid is dat de economie – en in het bijzonder de huizenmarkt – conjunctuurgevoelig is. Periodes van economische groei en daarmee stijgende huizenprijzen worden met enige regelmaat afgewisseld met periodes van recessie waarin de huizenprijzen dalen en ook de verkoop van huizen stagneert.”

De overheidsmaatregelen die nu genomen worden zijn ongekend. De autoloze zondagen in het kader van de oliecrisis in de jaren ’70 komen wellicht in de buurt. De kernvraag is daarom: zijn deze omstandigheden van een dergelijke aard dat de gevolgen van een overeenkomst redelijkerwijs niet ongewijzigd kunnen blijven? Dat zal per geval beoordeeld moeten worden.

Daarbij moet wellicht ook waarde toegekend worden aan het pakket stimuleringsmaatregelen dat genomen is door de overheid. Die zijn erop gericht om zoveel mogelijk business as usual in stand te houden. Waar een partij een beroep kan doen op een stimuleringsmaatregel, ligt een beroep voor de rechter op wijziging of ontbinding van de overeenkomst wegens onvoorziene omstandigheden minder in de rede.

Opschorting

In sommige situaties ligt de juridische figuur van de opschorting meer voor de hand. Als je wederpartij zijn verplichtingen niet nakomt, dan mag je de nakoming van jouw verplichtingen die daartegenover staan, opschorten. Als het gaat om een gedeeltelijke tekortkoming, dan is dit slechts mogelijk voor zover die tekortkoming dat rechtvaardigt. In veel gevallen zal opschorting lijden tot een veel redelijkere uitkomst. De contractuele relatie blijft in stand, waar mogelijk zal de leverancier zijn verplichtingen nakomen, en hij krijgt betaald voor wat hij nog wel doet.

Contractuele bepalingen

Wat hierboven is beschreven, zijn de algemene regels over schadevergoeding, ontbinding en opschorting. Deze regels gelden zolang partijen in hun overeenkomst geen afwijkende of aanvullende afspraken hebben gemaakt. Echter, een goed contract bevat op al deze punten specifieke bepalingen. Bovendien gelden voor bepaalde contracten weer andere, wettelijk dwingende regelingen. Op grond van het contract moet in dit concrete geval bepaald worden voor wiens rekening de gevolgen van het coronavirus komen.

Heeft u vragen over de gevolgen van het coronavirus voor een contract, aarzel dan niet om contact op te nemen met Thomas van Essen.

Deel:

publicaties

Gerelateerde artikelen