Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft uitspraak gedaan in een zaak van Hema tegen Lidl over de bekende letterkratten van Hema. Het gerechtshof oordeelt dat geen sprake is van een auteursrechtelijke inbreuk, maar wel van slaafse nabootsing.
In 2019 heeft Hema een krat laten ontwerpen waarop letters kunnen worden bevestigd. Het krat en de letters worden door Hema afzonderlijk verkocht. De consument kan dan zelf de letters bevestigen om woorden te vormen. In juli 2022 begon Lidl te adverteren voor soortgelijke kratjes.
Kort geding
Naar aanleiding van de verkoop van de Lidl kratten spande Hema in 2022 een kort geding aan tegen Lidl. Hema stelde dat door Lidl inbreuk gemaakt werd op haar auteursrechten en dat sprake was van zogenaamde ‘slaafse nabootsing’. De kortgedingrechter wees alle vorderingen van Hema in eerste instantie af. Interessant is dat de rechter eerst oordeelde dat er geen inbreuk was gemaakt door Lidl, omdat de totaalindrukken van de letterkratten in onvoldoende mate overeenstemden. De rechter ging aan de vraag voorbij of de letterkratten überhaupt als beschermd werk gezien kunnen worden, omdat al geoordeeld was dat geen sprake was van inbreuk.
Ook de vorderingen op grond van slaafse nabootsing wees de rechter in het kort geding af. Het was volgens de rechter niet aannemelijk dat het Hema krat en de letterset een eigen gezicht op de markt hadden, omdat de verschijningsvorm niet of nauwelijks afweek van de toen op de markt verkrijgbare lettersets.
Slaafse nabootsing: wat is dat eigenlijk?
In beginsel is het toegestaan om een product na te bootsen (namaken), indien dit product niet beschermd wordt door het auteursrecht. Als de nabootsing echter zorgt voor onnodige verwarring bij het publiek, is sprake van slaafse nabootsing. Er wordt onrechtmatig gehandeld als de nabootser, zonder afbreuk te doen aan de deugdelijkheid of bruikbaarheid, verwarring had kunnen voorkomen, maar dat niet heeft gedaan.
Het oordeel van het Hof: Lidl veroorzaakt onnodige verwarring
In tegenstelling tot de rechter in kort geding, bespreekt het hof in het hoger beroep wel eerst of sprake is van een werk dat auteursrechtelijke bescherming geniet, om daarna te bepalen of er een inbreuk heeft plaatsgevonden. Naar mijn mening volgt deze wijze van behandeling logischerwijs uit de wet: als geen sprake is van een werk in de zin van de auteurswet, kan ook geen sprake zijn van een inbreuk daarop.
Hema heeft in het hoger beroep benadrukt dat zij auteursrechtelijke bescherming inroept voor het krat met de letters. Het hof gaat daarin mee. Het maakt volgens het hof niet uit dat de letters en het krat apart verkocht worden. Echter, het hof oordeelt uiteindelijk dat geen sprake is van een werk dat auteursrechtelijke bescherming geniet. Het krat is in hoge mate functioneel en technisch bepaald: de dikte van de lijnen en de afstand tussen de lijnen is zo bepaald zodat de letters op het krat bevestigd kunnen worden. De vorm en het aantal scharnieren zijn bepaald door de wijze waarop het krat ingeklapt dient te worden. Dit zijn geen vrije keuzes en daarom komt het hof tot het oordeel dat de vereiste oorspronkelijkheid voor een werk mist. Nu geen sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk, kan er ook geen inbreuk plaatsvinden.
Het hof stelt echter wel vast dat sprake is van slaafse nabootsing. Het krat van Lidl is een kopie van het Hema letterkrat, behalve de bodem. De marginale verschillen zijn niet te zien voor de consument door de wijze waarop Lidl het krat verpakt en verkoopt. Daarnaast heeft Lidl de gebruikte foto ter reclame voor het krat gekopieerd. Het hof acht voldoende aannemelijk dat het krat met de letters van Hema een eigen gezicht op de markt heeft. Het hof merkt daarbij op dat het gebruik van een andere merknaam niet het gevaar voor verwarring wegneemt. De verschillen zijn zo marginaal dat de weinig oplettende consument deze niet zal opmerken.
Toch een monopolie op letterkratjes?
De onderbouwing van het hof dat er geen sprake is van een auteursrechtelijk werk is duidelijk. Naar mijn mening had het hof echter wel beter moeten motiveren waarom sprake is van slaafse nabootsing. Wat had Lidl nog meer moeten doen om verwarring te voorkomen? Het hof heeft immers in het kader van de auteursrechtelijke toets geoordeeld dat zo’n type krat in hoge mate functioneel en technisch wordt bepaald, omdat anders het krat niet ingeklapt kan worden en de letters niet op het krat passen. Als er vrijwel geen andere manieren zijn om zo’n krat met letters vorm te geven door de functionaliteit en technische aspecten, leidt elk letterkrat dan niet tot slaafse nabootsing? Dat lijkt dan toch op indirecte auteursrechtelijke bescherming, terwijl er geen sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk.
Deze blog is geschreven door Els Postuma