Het gerechtshof in Den Bosch heeft bepaald dat er geen ruimte is voor het vragen van een voorlopige voorziening in kort geding, indien de behandeling van dat kort geding door de bodemprocedure is ingehaald.
Het ging in casu om een hoger beroep in kort geding. Volgens het gerechtshof dient de aanwezigheid van het spoedeisend belang – een vereiste voor het vragen van een voorziening in kort geding – te worden getoetst ex nunc (naar de huidige situatie) en niet op het moment van het aanhangig maken van het kort geding (ex tunc). Het gerechtshof neemt in haar overweging mee dat er op weinig voortvarende wijze was geprocedeerd; de memorie van grieven dateerde bijvoorbeeld van bijna vijf maanden na het vonnis in eerste aanleg.
Lees hier het gehele arrest.