Dan nu een tussendoortje, in navolging van mijn blog van een paar maanden geleden. In mijn eerdere blogje werd aangenomen dat een overeenkomst tot stand was gekomen, doordat het bestelproces op een website werd doorlopen. In de onderhavige zaak is precies het tegenovergestelde aan de hand.
De feiten zijn vrij eenvoudig: gedaagde heeft in 2014 de website Tickets4U bezocht in verband met het concert ‘Ladies of Soul’. Op dezelfde dag ontving ze de volgende orderbevestiging:
“U heeft er voor gekozen de tickets per post te willen ontvangen. (…) Zodra het volledige bedrag d.m.v. iDEAL voldaan is, zorgen wij ervoor dat u uiterlijk 7 dagen voor het concert/ evenement de tickets ontvangen heeft.(…) In het onderdeel ‘Mijn T4U’ op onze website kunt u ook te allen tijde de status van uw bestelling volgen of als u wilt afzien van de bestelling, kunt u deze hier online annuleren. Zonder annulering blijven de tickets op uw naam geregistreerd. (…)”
Vervolgens heeft gedaagde nog enkele betalingsherinneringen (wat er precies in de tussentijd is gebeurd, kan niet uit de uitspraak worden afgeleid) ontvangen, waarbij tevens het volgende werd vermeld:
“Wanneer u de bestelling wilt annuleren kunt u dit doen via het onderdeel ‘Mijn T4U’ op onze website www.tickets4u.nl.”
Vervolgens heeft Tickets4U gesommeerd het openstaande bedrag à € 193,90 te voldoen. Bij de kantonrechter vordert Tickets4U tevens betaling van het voornoemde bedrag, te vermeerderen met wettelijke rente à 148,50. Tickets4U stelt dat er een betalingsverplichting geldt, aangezien sprake zou zijn van een geldige overeenkomst. Gedaagde zou immers de 5 betalingsstappen hebben doorlopen.
Gedaagde betwist deze stelling. De rechter oordeelt allereerst dat het aan Tickets4U is om te bewijzen dat sprake is van een overeenkomst. Hierop heeft Tickets4U websitebezoeken van gedaagde overgelegd, alsmede voorbeelduitdraaien van het bestelproces.
Volgens de rechter is dit echter onvoldoende. Dit omdat de voorbeelduitdraaien niet zien op het bestelproces van gedaagde en tevens enkele jaren oud zijn. Verder oordeelt de kantonrechter het volgende:
“Uit de door Tickets4U opgestelde uitdraai van meerdere webbezoeken van [gedaagde] valt op te maken dat [gedaagde] in oktober 2014, volgens Tickets4u, vijf stappen zou hebben doorlopen bij het doen van een bestelling, waarbij opvalt dat drie maal ‘stap 1’ wordt vermeld en ‘stap 2’ kennelijk ontbreekt. Dat de gestelde bestelling vervolgens toch succesvol zou zijn afgerond, kan echter niet worden vastgesteld. Voorts ontbreekt op het overzicht de hoeveelheid tickets die besteld zouden zijn door [gedaagde] en tegen welke prijs, terwijl dit toch belangrijke onderdelen van deze overeenkomst zijn.”
Oftewel, niet is vast komen te staan dat gedaagde daadwerkelijk een overeenkomst betreffende de onderhavige tickets heeft gesloten. De vordering van Tickets4U wordt derhalve afgewezen. Voor degene die stelt dat sprake is van een overeenkomst, geldt dus een vrij zware bewijslast. Dat is overigens ook wel logisch: op grond van artikel 150 Rv. geldt immers dat wie stelt, dient te bewijzen. Les voor online verkopers: houd een goede administratie bewijs, zodat je niet voor verrassingen komt te staan in gevallen als de onderhavige.