Gisteren was het de internationale dag van de persvrijheid, een initiatief van de Verenigde Naties (waarover hier het bericht van de Europese Commissie). Op deze dag werd het rapport van het in opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Journalisten (NVJ) verrichte onderzoek naar bronbescherming door de journalist gepresenteerd.
In het kader van het onderzoek werden NVJ-leden die ooit te maken kregen met gijzeling geïnterviewd. Onder hen bevond zich journalist Voskuil die in 2000 17 dagen gegijzeld werd in verband met de zaak Mink K. omdat hij weigerde de bron te noemen waarop hij zijn bericht had gebaseerd. Voskuil berichtte dat de lekkage die leidde tot de ontdekking van het wapenbezit bij Mink K. in scene was gezet (lees hier het arrest van het Hof Amsterdam over de opheffing van de gijzeling). Naast de journalisten werden onder meer een Officier van Justitie en oud-minister van Binnenlandse Zaken Remkes geïnterviewd.
Het rapport, dat een schets geeft van de praktische situatie en bijvoorbeeld geen juridische afweging maakt, concludeert onder meer dat sprake is van verharding van het journalistieke klimaat. Dit zou blijken uit het feit dat journalisten veelvuldiger dan ooit worden gegijzeld. Gijzeling is een regelrecht paardenmiddel om de journalist te dwingen zijn bron bekend te maken.
Lees hier het hele bericht. Lees voor de vragen die een wettelijk vastgelegd verschoningsrecht oproepen en de huidige Nederlandse situatie hier de annotatie van mr. dr. Wouter Hins bij de uitspraak van het Belgische Arbitragehof op 7 juni 2006. Een aangrenzend onderwerp is de inbeslagname van bronmateriaal. Professor in het Mediarecht Gerard Schuijt stelde op verzoek van de VillaMedia een lijst met aanbevelingen op.