020 530 0160

Digitale knipselkrant verboden

Gepubliceerd op 4 maart 2005 categorieën 

Het via een intranet toegankelijk maken van digitale krantenknipsels is niet toegestaan. Dat volgt uit een vonnis van de rechtbank Den Haag van 2 maart 2005.


De uitspraak volgt op de bodemprocedure die door de gezamenlijke Nederlandse dagbladen is aangespannen tegen de Rijksoverheid. Ministeries laten de inhoud van kranten scannen en bedienen met geselecteerde artikelen dagelijks, onder andere via hun intranet, duizenden ambtenaren. De uitspraak is niet opvallend vanwege het resultaat. Wel vanwege de wijze waarop de rechtbank dat bereikt.

De uitspraak is een vervolg op het zogenaamde Knipselkranten-arrest van de Hoge Raad uit 1995. Toen oordeelde de Hoge Raad dat een specifieke wettelijke uitzondering het maken van knipselkranten billijkt. De vraag was of deze uitspraak ook van toepassing was op digitale knipselkranten. 


Dat antwoord werd deels gegeven in een uitspraak van 2002. In dat jaar spanden een groot aantal dagbladuitgevers een zaak aan tegen commerciële, digitale knipselkrant-aanbieders. Bij vonnis van 4 september 2002 heeft de rechtbank Amsterdam geoordeeld dat de commerciële, digitale knipseldiensten niet op één lijn te stellen zijn met de knipselkranten in het Knipselkranten-arrest. Volgens de rechtbank schuilt het onderscheid hierin dat de knipselkranten in voornoemd arrest werden samengesteld door een niet-commerciële instellingen (onder meer) ten behoeve van openbare bibliotheken. Het niet-commerciële karakter van deze instellingen maakt dat zij volgens de rechtbank terecht een beroep op de wettelijke uitzondering kunnen doen, terwijl commerciële instellingen zich hier niet op kunnen beroepen.


Deze uitspraak was niet geheel bevredigend. Nergens betrekt de Hoge Raad in het Knipselkranten-arrest immers het niet-commerciële karakter van de desbetreffende knipselkranten. De principiële vraag of digitaal nu mocht of niet, was ook niet beantwoord.


Strikt genomen zou de overheid op basis van deze uitspraak door kunnen gaan maken het maken van niet-commerciële, digitale knipselkranten. Bij de recente wijziging van de Auteurswet 1912, die op 1 augustus 2004 in werking is getreden, heeft de wetgever echter ten aanzien van de uitzondering, de zogenaamde nieuwsexceptie, en knipselkranten opgemerkt dat toepassing van de exceptie in een digitale omgeving niet noodzakelijkerwijs tot hetzelfde resultaat leidt als toepassing in de papieren wereld. Anders gezegd, betekent dit dat een digitale knipselkrant mogelijk niet onder de exceptie valt.


De rechtbank Den Haag had simpelweg naar de opmerkingen van de wetgever kunnen verwijzen om tot het oordeel te komen dat de digitale knipselkrant niet kan profiteren van de uitzondering. De rechtbank gaat echter veel verder. De rechtbank toetst de uitzondering aan de zogenaamde drie-stappen-toets. Dat is zeer opmerkelijk, aangezien deze toets zich richt tot de wetgever, niet tot de rechter. De wetgever moet beoordelen of de uitzondering de “normale exploitatie” van het werk niet aantast. In dit vonnis doet de rechtbank dat, en gaat daarmee op de stoel van de wetgever zitten.


Daarmee biedt het vonnis belangrijke munitie voor rechthebbenden. Als een bepaalde handeling is toegestaan op grond van een beperking op het auteursrecht (bijvoorbeeld het citaatrecht), kunnen zij alsnog betogen dat de handeling de “normale exploitatie” aantast.  

Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

auteur

Christiaan Alberdingk Thijm

publicaties

Gerelateerde artikelen