Veel mensen denken met weemoed terug aan de ouderwetse samenleving. Waarom? Alles was duidelijk, iedereen paste bij een bepaalde klasse en in een bepaalde zuil. Een gegoede protestante burger wist vanaf zijn geboorte naar welke school hij zou gaan, wat hij zou stemmen en naar welke universiteit (als dat laatste financieel mogelijk was). Overzichtelijk, duidelijk, geen twijfel, rust in het hoofd. Wie wil nu niet in zo’n maatschappij leven?
In onze tegenwoordige samenleving is het allang niet meer rustig. De kerken zijn leeg, de kiezer is op drift, de publieke omroep op de schop en er heerst grote onzekerheid hoe het leven in te richten. Onze voornaamste productiegoederen zijn geen kolen of staal, nee, informatie, een ongrijpbaar product. De mogelijkheid om informatie te beschermen en te gebruiken vormt, in een notendop, het onderwerp van het informatierecht.
In deze tijd is er geen spannender rechtsgebied dan het informatierecht. Het informatierecht beoogt onze kennis- en informatiemaatschappij te ordenen; een maatschappij die volop in ontwikkeling is. Zoals gezegd, doorgaat onze kennis- en informatiemaatschappij op dit moment een lastige periode in zijn ontwikkeling. Noem het tandjes krijgen, leren lopen of de pubertijd feit is dat het pijn doet. De informatiemaatschappij bevindt zich in een toestand van continue chaos.
Opeenvolgende technische ontwikkelingen stellen voortdurend nieuwe uitdagingen aan de markt en het recht. De introductie van het internet heeft de ordening van de informatiemaatschappij voorgoed veranderd. Het recht moet orde scheppen in een wereld waar nog dagelijks bittere strijd wordt geleverd over mijn en dijn. Ziedaar de uitdaging waar het informatierecht voor gesteld wordt. De huidige stand van het informatierecht kan goed vergeleken worden met het staatsrecht ten tijde van de Franse revolutie. Er gebeurt enorm veel, de belangen zijn groot en er is veel onenigheid over wat het informatierecht is en moet zijn. De modern society dient zich aan, maar de dinosaurussen verzetten zich hevig.