Stel, je hebt in kort geding een gunstig vonnis weten te krijgen met daarin een bepaald gebod voor de wederpartij, een en ander uiteraard op straffe van een dwangsom. Je betekent het vonnis vervolgens aan het adres van de raadsman van de wederpartij, en niet aan het adres van de wederpartij zelf.
Vraag: is de betekening nu wel of niet geldig, en – misschien nog wel belangrijker – zijn er nu dwangsommen verbeurd indien de wederpartij zich niet aan het vonnis heeft gehouden?
Deze kwestie is – wederom in kort geding – door twee instanties beoordeeld, namelijk de president van de rechtbank te Arnhem en daarna het gerechtshof te Arnhem.
De president meende in eerste instantie dat er niet rechtsgeldig was betekend. Eiser was het daar niet mee eens en ging derhalve in beroep. Het hof geeft de eiser alsnog gelijk. Waarom? Weliswaar bevat ons burgerlijk procesrecht duidelijke betekeningsregels die door eiser niet waren nageleefd, maar in casu was de wederpartij niet geschaad in haar mogelijkheden om tijdig aan het vonnis te voldoen. Belangrijkste reden daarvoor is dat uit de relevante feiten en omstandigheden naar voren kwam dat de wederpartij wel bekend was met het vonnis (met daarin het gebod).
Moraal van dit verhaal: wees terughoudend ingeval een ongunstig vonnis niet op juiste wijze aan u is betekend; het kan achteraf allemaal nog lelijk anders uitpakken.
Lees hier het gehele arrest.
Gepubliceerd op 19 februari 2008 categorieën Juridisch algemeen
Bron: rechtspraak.nl
Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.