Albert Heijn B.V. verkoopt al jaren rode wijn van het merk J.P. Chenet , bekend van de vorm van de wijnfles met de iets schuin staande hals. Nadat protest over een aankomende prijsverhoging in juli van dit jaar bij Les Grand Chais niet hielp, is AH andere rode wijn gaan verkopen onder de naam J.A. Vigneau. In zijn vonnis van 21 december 2004 heeft de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag beslist dat het etiket van deze nieuwe wijn inbreuk maakt op het vormmerk (!) van de J.P. Chenet fles en een verbod uitgesproken op het voeren ervan op straffe van een dwangsom van Euro 10.000,= per dag.
Een verbod op gebruik van het etiket op basis van auteursrecht, of onrechtmatig handelen wordt echter afgewezen omdat dit niet lijkt te zijn gevorderd in de dagvaarding (!). Het lijkt erop dat de advocaten van Les Grand Chais wat te haastig zijn geweest. De Voorzieningenrechter overweegt namelijk (r.o. 8):
“De vraag of het etiket van de Vigneau-fles tevens valt aan te merken als een verveelvuldiging [sic!] van het etiket van de Chenet-fles en daarmee inbreuk maakt op enig auteursrecht kan onbeantwoord blijven, reeds omdat de in het petitum van de dagvaarding voorkomende verbodsvordering (hiervoor weergegeven onder 2) volledig op de grondslag van het Gemeenschapsmerk wordt toegewezen en een aparte vordering op basis van het auteursrecht niet in het petitum van de dagvaarding voorkomt. Hetzelfde geldt voor de verder nog door Les Grand Chais in de dagvaarding vermelde grondslag, inhoudende onrechtmatig handelen.” (onderstreping toegevoegd)
Les Grand Chais heeft daardoor het risico gelopen dat zij bij afwijzing van de vordering wegens merkinbreuk, geen verbod had kunnen krijgen, terwijl er wel sprake zou kunnen zijn van auteursrechtinbreuk etc.. Dat is niet ondenkbeeldig omdat het J.P. Chenet merk betrekking heeft op een fles + etiket, en niet op het etiket alleen, waarop de veroordeling nu is gestoeld.