De rechtbank Arnhem heeft de lijdelijkheid van de rechters treffend benadrukt. In deze procedure is een geldvordering ingediend tegen een failliet bedrijf. De vordering wordt erkend, maar de eisende partijen vergeten een uitvoerbaar bij voorraad verklaring te vragen in het petitum. De rechtbank overweegt als volgt: “[eis.1] vordert niet eens uitvoerbaar verklaring bij voorraad. Bij toewijzing van dit petitum verkrijgt [eis.1] dus slechts een concurrente boedelvordering en als zodanig wordt haar aanspraak door [gedaagden] erkend. De rechtbank benadrukt dat zij gebonden is aan het petitum. Dit is verankerd in artikel 23 Rv. Het lijkt de rechtbank in deze zaak, gelet op het navolgende, niet verstandig om in het petitum van [eis.1] dingen te lezen die er niet staan en om meer toe te wijzen dan gevorderd is.”
Lees hier de uitspraak.
Gepubliceerd op 5 december 2008 categorieën Juridisch algemeen
Bron: rechtspraak.nl
Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.