Het leggen van conservatoir beslag wordt ook vaak gedaan als pressiemiddel. Daarbij zijn echter wel grenzen. Althans, zo oordeelt de rechtbank Den Haag in kort geding.
Het is even van belang om eerst uit te leggen dat ons procesrecht bepaalt dat de beslaglegger binnen een bepaalde termijn, de eis in de hoofdzaak aanhangig moet maken. Ratio: deze bedoelde termijn heeft de strekking te voorkomen dat de beslaglegger het beslag louter als pressiemiddel gebruikt en na het leggen van het beslag blijft stilzitten.
Wat was hier het geval? Eén partij had kennelijk beslag gelegd. Vervolgens was wel netjes de eis in de hoofdzaak door die partij aanhangig gemaakt. Ook had de gedaagde partij (de beslagene) zekerheid gesteld (hier: een bankgarantie) met betrekking tot het beslag. (voor alle duidelijkheid: als gevolg daarvan vervalt het beslag, maar blijft die bankgarantie dus wel staan).
Echter, kennelijk hebben partijen daarna schikkingsonderhandelingen gevoerd, en is de eis in de hoofdzaak door de beslagleggende partij doorgehaald. De bankgarantie is echter blijven liggen.
De schikkingsonderhandelingen lopen echter op niets uit. De beslagene verzoekt vervolgens tot opheffing van die bankgarantie, maar de beslaglegger weigert. Daarom spant de beslagene dit kort geding aan bij de rechtbank Den Haag.
De rechtbank overweegt dat de beslaglegger onrechtmatig handelt en het beslag als ongeoorloofd pressiemiddel heeft gebruikt. Interessant is dat de rechter daarbij overweegt dat de omstandigheid dat ook de beslagene de rechter kunnen verzoeken de doorgehaalde zaak weer op de rol te plaatsen, niet van belang is.
Lees hier de hele uitspraak.