Het gemiddeld aandeel van Europese producties binnen de zendtijd van de Europese omroeporganisaties is stabiel en stijgt boven de 60% uit, zo laat de Europese Commissie weten. De onafhankelijke Europese programmamakers nemen 30% voor hun rekening. Deze percentages gelden ook voor de nieuwe Europese lidstaten. De Europese Commissie leidt hier uit af dat de stimuleringsmaatregelen voor Europese producties geslaagd zijn.
In de EU-richtlijn inzake televisie zonder grenzen staan onder meer de verplichtingen voor de lidstaten om toe te zien dat het merendeel van de zendtijd van de Europese omroeporganisaties Europese producties betreft en dat minstens 10% van de zendtijd of het programmabudget besteedt wordt aan producties van onafhankelijke Europese programmamakers.
Momenteel ligt een wijzigingsvoorstel voor de richtlijn ter eerste lezing bij het Europees parlement. Volgens het voorstel zullen genoemde stimuleringsmaatregelen niet worden gewijzigd en zullen zij niet worden uitgebreid naar de niet-lineaire audiovisuele mediadiensten. Dit laatste vanwege het feit dat die diensten relatief nieuw zijn en zij een ander karakter dragen dan de traditionele televisie.
Lees hier het hele bericht.