Binnenkort zullen bepaalde muziekuitvoeringen van Elvis in het publieke domein vallen. Dat betekent onder meer dat iedereen de uitvoeringen mag reproduceren en openbaar maken, zonder daarvoor te betalen. Dit is het gevolg van het verstrijken van de beschermingsduur van de zogenaamde naburige rechten op sommige uitvoeringen van Elvis.
Dit gegeven leidt tot enerzijds paniek bij de platenmaatschappijen en anderzijds euforie bij muziekgebruikers. De eerste groep pleit daarom voor verlenging van de beschermingsduur. Zie bijvoorbeeld de discussie op de website van de BBC tussen Jamieson, platenbons, en Barfe, auteur. Ook NRC Handelsblad (registratie verplicht) had enige tijd geleden een heel artikel hierover, onder de kop Elvis-hit binnenkort van iedereen.
“De oudste opnamen van Elvis Presley, waaronder zijn eerste hit That’s allright mama, kunnen vanaf volgend jaar door iedereen op de markt worden gebracht – zonder toestemming en zonder enige betaling aan Presley’s nazaten. Volgens de huidige Europese wetgeving gelden deze `naburige rechten’ voor uitvoerenden tot vijftig jaar na de oorspronkelijke opname. Presley maakte zijn eerste plaat op 6 juli 1954. Omdat de rechten op de eerstvolgende nieuwjaarsdag vervallen, is That’s allright mama vanaf 1 januari 2005 vogelvrij. Datzelfde geldt voor I got a woman van Ray Charles, Shake rattle and roll van Bill Haley en een groot aantal andere klassiekers uit de oertijd van de popmuziek.”
Deze berichtgeving is nogal misleidend. Het is juist dat de termijn van de naburige rechten afloopt. Dat geldt echter niet voor het auteursrecht op de teksten en de muziek. Die termijn loopt door tot 70 jaar na de dood van de auteur. Veel Elvis-liedjes zijn door ene Don Robertson geschreven. De liedjes zijn nog beschermd tot 70 jaar na de dood van Robertson. Hij is nu 82 jaar oud. Het is dus nog even wachten voordat we kunnen treuren of juichen om het publieke bezit van Elvis.