020 530 0160
p2b regulation

Wat moeten online platforms vrezen van de P2B Verordening?

Gepubliceerd op 17 september 2020 categorieën ,

Sinds 12 juli 2020 moeten online platforms voldoen aan de EU Platform-2-Business Verordening (de P2B Verordening). In deze blog bespreken wij de sancties: wat moeten online platforms vrezen als ze zich niet aan de regels houden? Het instellen van claims door representatieve organisaties van zakelijke gebruikers lijkt een effectief instrument te kunnen zijn.

Zie onze Whitepaper voor een gedetailleerde bespreking van de nieuwe regels in de P2B Verordening.


Veel partijen voldoen nog niet aan de P2B Verordening

De P2B Verordening heeft twee belangrijke pijlers, waarvan transparantie er één is. Dit omvat verplichtingen om bepaalde informatie te verstrekken in de algemene voorwaarden van het platform. Deze informatieverplichtingen bestaan voor een groot deel uit open regels.

Zo vereist de P2B Verordening dat online platforms zakelijke gebruikers informeren over de redenen om gebruik te beëindigen of te beperken. Maar tot welk detail moet het online platform zijn gebruikers informeren? Alleen maar zeggen dat “een overtreding van de voorwaarden” kan leiden tot beëindiging of opschorting is waarschijnlijk niet voldoende. Het is echter bijna onmogelijk om op voorhand alle situaties te voorspellen die beëindiging of opschorting kunnen rechtvaardigen.

Amazon

Zie bijvoorbeeld de Amazon voorwaarden. Deze geven Amazon het recht “to terminate for convenience”. Dat betekent dat er geen reden nodig is om te beëindigen. We kunnen er ook van uitgaan dat de voorwaarden niet voldoen aan de eis van “duidelijke en begrijpelijke taal”. De P2B Verordening benadrukt dat veel zakelijke gebruikers micro- of kleine ondernemingen zijn met beperkte juridische kennis. Ook is in de voorwaarden nergens informatie over rangschikking of gedifferentieerde behandeling te vinden.

Uber Eats

Ook de voorwaarden van Uber Eats voldoen niet aan het vereiste dat sprake moet zijn van duidelijke en begrijpelijke taal. Ik heb als gespecialiseerd advocaat zelfs moeite om alleen maar de definities te begrijpen. En ook Uber Eats behoudt zich onverkort en onvoorwaardelijk het recht voor om haar diensten te staken.

Thuisbezorgd.nl

Over de voorwaarden en tarieven van Thuisbezorgd.nl is de afgelopen jaren veel te doen geweest. En ook nu voldoen de voorwaarden nog niet. Zo informeert Thuisbezorgd.nl niet over het delen van klantdata. Ook is zij onduidelijk over de aanvullende diensten die zij kan aanbieden naast het aanbod van de zakelijke gebruikers. Ook de informatie over haar ranking parameters (Toprank) lijkt onvoldoende.

Sancties in geval van niet-naleving P2B Verordening

Wat hebben de platforms dan te vrezen vanwege de waarschijnlijke overtreding van de P2B Verordening?

De verordening zelf bevat één sanctie voor niet-naleving. Voorwaarden van het online platform die niet voldoen aan de eisen van artikel 3 lid 1 worden als nietig beschouwd. Zij worden geacht nooit te hebben bestaan. Hetzelfde geldt voor eventuele wijzigingen in de voorwaarden die niet conform de eisen van artikel 3 lid 2 zijn aangekondigd.

Wat zou dit betekenen voor voorbeelden hierboven?

Kan een verkoper van Amazon stellen dat de voorwaarden niet van toepassing zijn omdat ze onvoldoende duidelijk en begrijpelijk zijn? Zijn de voorwaarden van Thuisbezorgd.nl nietig omdat zij niet informeren over het delen van klantdata?

Ik denk niet dat een Nederlandse rechter zo ver zou gaan. Maar hoe dan verder?

Handhaving van de P2B Verordening

Artikel 15 bepaalt dat EU lidstaten moeten zorgen voor adequate en doeltreffende handhaving, en maatregelen moeten vaststellen tegen inbreuken. Wat voor maatregelen er genomen moet worden wordt aan de lidstaten overgelaten. De maatregelen moeten echter wel doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

Landen met specifieke handhavingsregelingen

Tot nu toe hebben alleen het Verenigd Koninkrijk en Spanje nieuwe wetgeving ingevoerd die voorziet in specifieke maatregelen. De twee landen hebben gekozen voor totaal verschillende handhavingsmechanismen.

Verenigd Koninkrijk

Het Verenigd Koninkrijk heeft ervoor gekozen de handhaving over te laten aan de rechter en geen overheidstoezicht in te voeren. Is een zakelijke gebruiker van mening zijn dat een online platform de P2B Verordening schendt? Dan is het aan hem om het online platform voor de rechter te dagen. De UK Online Intermediation Services for Business Users (Enforcement) Regulations 2020 bepalen dat zakelijke gebruikers een vordering kunnen instellen wegens niet-naleving, ook voor schadevergoeding.

We merken op dat de P2B Verordening ook na de Brexit overgangsperiode van toepassing blijft. De territoriale reikwijdte zal wel beperkt zijn tot situaties waarin platforms hun dienst aanbieden aan gebruikers gevestigd in het Verenigd Koninkrijk.

Spanje

Spanje daarentegen heeft gekozen voor overheidstoezicht en boetes. Het Spaanse wetsvoorstel is nog in behandeling bij de senaat. Het lijkt er echter op dat het toezicht zal worden uitgevoerd door het ministerie van Economische Zaken en Digitale Transformatie. In Spanje riskeren online platforms die de P2B Verordening overtreden dan boetes tot een maximum van € 150.000.

Handhaving van de P2B Verordening in Nederland

De Nederlandse regering heeft vooralsnog niets gezegd over de manier waarop de P2B Verordening moet worden gehandhaafd. Net als de meeste andere EU-lidstaten. Er wordt momenteel wel overwogen om een specifiek handhavingsregime in te voeren. De P2B Verordening wordt mogelijk onder de toezichtsbevoegdheid gebracht van de Autoriteit Consument en Markt. Het is nog onzeker of dat ook echt gaat gebeuren.

Private handhaving

Vooralsnog laat de wetgever het aan de getroffen zakelijke gebruikers over om zich voor de rechter op de P2B Verordening te beroepen. Dat is mogelijk, aangezien Europese verordeningen (in tegenstelling tot richtlijnen) rechtstreeks van toepassing zijn in de lidstaten.

Dus als een zakelijke gebruiker vindt dat een platform zijn account heeft beëindigd zonder adequate onderbouwing, kan hij zich beroepen op de P2B Verordening om zijn account te laten herstellen.

Maar wat als het online platform in zijn voorwaarden niet voldoende informatie heeft verstrekt over rangschikking of gedifferentieerde behandeling? Het zal moeilijk zijn om een gerechtelijk bevel te krijgen dat het online platform verplicht om zijn voorwaarden te wijzigen. Onder Nederlands recht zou de zakelijke gebruiker een duidelijk belang aannemelijk moeten maken, hetgeen een lastige taak lijkt.

Ook kunnen individuele zakelijke gebruikers aarzelen om het online platform aan te spreken. Dit vanwege beperkte financiële middelen, angst voor represailles en rechtskeuze- en forumclausules in de voorwaarden.

De EU-wetgever heeft hier echter op geanticipeerd.

Collectieve actie onder P2B Verordening

Artikel 14 Verordening geeft organisaties die zakelijke gebruikers vertegenwoordigen het recht om vorderingen in te stellen bij de rechter. Die acties moeten gericht zijn op het beëindigen of verbieden van inbreuken en het voorkomen van schade.

De eisen lijken minder streng dan die van het algemene collectieve actierecht, vastgelegd in artikel 3:305a van het Burgerlijk Wetboek. Het belangrijkste verschil is dat de organisatie geen concreet gelijksoortig belang bij de achterban hoeft aan te tonen. Het is echter de vraag of de rechter dit vereiste niet toch zal toepassen onder de P2B Verordening.

Een ander interessant punt is dat artikel 14 en overweging 44 lijken te bepalen dat de actie kan worden gebaseerd op het recht van de lidstaat waar de vordering wordt ingesteld. Hierdoor lijken eventuele rechtskeuzeclausules in de voorwaarden van het online platform terzijde te worden geschoven.

Vereisten

Organisaties die een collectieve actie willen instellen, moeten wel aan bepaalde criteria voldoen. Zij moeten met name goed zijn opgericht, geen winstoogmerk hebben en hun doelstellingen duurzaam nastreven. Deze eisen moeten voorkomen dat ad hoc organisaties worden opgericht met het oog op specifieke acties of het maken van winst.

Er bestaat een lijst van organisaties en verenigingen die volgens de lidstaten voldoen aan de in de Verordening gestelde eisen. De lijst kan hier worden geraadpleegd. Tot nu toe lijkt alleen Oostenrijk zijn lijst van organisaties te hebben ingediend. Naar wij hebben vernomen zal Nederland geen organisaties op de lijst zetten.

Al met al lijken collectieve acties het krachtigste instrument om online platforms te dwingen aan de P2B Verordening te voldoen.

Deel:

publicaties

Gerelateerde artikelen