In november schreef ik al over liegende politici op sociale media. Twitter besloot toen om politieke advertenties te weren van haar platform, en gaat nu een stap verder. Onlangs besloot Twitter een tweet van president Trump te voorzien van een factcheck. Trump sloeg terug met een executive order, waarin hij een aanzet geeft om Twitter verantwoordelijk te maken voor de content die erop geplaatst wordt. Andor Admiraal schreef hierover in het NRC:
“Met de ‘executive order’ waarmee Trump zich wil wreken op Twitter zit hij zowaar op het goede spoor. Facebook en Twitter worden in de meeste landen beschouwd als neutrale drager en zijn, net als telefoon- of postbedrijven, niet verantwoordelijk voor de inhoud die zij brengen. Trumps voorstel geeft ze dezelfde juridische aansprakelijkheid als traditionele media. Hij zegt: jullie willen mij factchecken, dan krijg je ook de verantwoordelijkheid die daarbij hoort. Daar heeft hij gelijk in. Wat je ook mag denken van Trump, wat is Twitter om te bepalen of de president de waarheid spreekt of niet?”
De executive order richt zich op Section 230(c) van de Amerikaanse Communications Decency Act.
“No provider or user of an interactive computer service shall be treated as the publisher or speaker of any information provided by another information content provider”
Hierin wordt kort gezegd geregeld dat online platforms als Twitter niet aansprakelijk zijn voor de informatie die zij doorgeven. Plaatst iemand een onrechtmatige tweet, dan kan Twitter daar zelf niet voor verantwoordelijk worden gehouden. De persoon die de tweet plaatst natuurlijk wel. Wij kennen in Nederland een gelijksoortige bepaling. In Nederland geldt ook dat een tussenpersoon die informatie opslaat of doorgeeft, daar niet voor aansprakelijk kan worden gehouden. We stellen daar wel de voorwaarde aan dat de tussenpersoon zich niet met die inhoud bemoeit.
Los van de beweegredenen van Trump om deze bepaling aan te vallen, is de uitwerking gebaseerd op een fundamenteel onbegrip van wat Section 230(c) in de praktijk betekent. In de praktijk zorgt deze bepaling er namelijk voor de online platforms zich nu juist niet met de inhoud van de informatie die zij plaatsen, hoeven te bemoeien. Neem je die bescherming weg, dan verplicht je online platforms dus feitelijk om alle content te modereren, om te voorkomen dat zij gezien worden als de “publisher” van die informatie en om die reden aansprakelijk gehouden kunnen worden.
Anders gezegd: Section 230(c) is de enige reden dat online platforms niet al lang en breed op grote schaal content blokkeren die (mogelijk) onrechtmatig is – waaronder tweets van liegende politici. Nog los van de vraag of de exectutive order van Trump te verenigen is met de vergaande vrijheid van meningsuiting zoals deze in de Amerikaanse grondwet is verankerd, is het zeer de vraag of Trump zichzelf hiermee niet in de voet schiet.
Tot slot is het belangrijk om een misverstand uit de wereld te helpen. Het factchecken van politici heeft niets te maken met censuur. Althans, niet in de gangbare definitie daarvan. Van censuur is sprake, wanneer de staat publicaties die haar niet welgevallig zijn, op voorhand blokkeert. Twitter is niet de staat, en er wordt niets op voorhand gepubliceerd. Het antwoord op de vraag die Andor Admiraal hierboven stelt is dus: Twitter is een private partij die binnen de grenzen van de wet vrij is om haar beleid te bepalen. Ik juich het daarbij toe dat Twitter haar maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt.