Wat al een aantal jaar in de lucht hing, is nu werkelijkheid geworden. De Europese Commissie heeft een zogenaamde ‘Statement of Objections’ naar Google gestuurd. Mikpunt is op dit moment de dienst Google Shopping, een prijsvergelijkingsdienst van Google, maar de Commissie heeft eveneens aangekondigd een afzonderlijk onderzoek te zullen starten naar Android.
In de statement, dat volgt op een langdurig onderzoek, zet de Commissie uiteen wat de punten van bezwaar zijn. Dat bezwaar komt hierop neer: Google zou de zoekresultaten van Google Search zo manipuleren, dat de dienst van Google Shopping bevoordeeld wordt ten opzichte van diensten van concurrenten van Google Shopping, zoals bijvoorbeeld Amazon. De resultaten van Google Shopping worden namelijk in sommige gevallen rechtstreeks bij de zoekresultaten getoond, terwijl resultaten van concurrenten het moeten doen met een gewone vermelding in de zoekresultaten, en dan ook nog eens op een nadelige positie in de lijst met zoekresultaten. Een opsomming van de belangrijkste punten van bezwaar:
-
Google systematically positions and prominently displays its comparison shopping service in its general search results pages, irrespective of its merits. This conduct started in 2008.
-
Google does not apply to its own comparison shopping service the system of penalties, which it applies to other comparison shopping services on the basis of defined parameters, and which can lead to the lowering of the rank in which they appear in Google’s general search results pages.
-
Froogle, Google’s first comparison shopping service, did not benefit from any favourable treatment, and performed poorly.
-
As a result of Google’s systematic favouring of its subsequent comparison shopping services “Google Product Search” and “Google Shopping”, both experienced higher rates of growth, to the detriment of rival comparison shopping services.
-
Google’s conduct has a negative impact on consumers and innovation. It means that users do not necessarily see the most relevant comparison shopping results in response to their queries, and that incentives to innovate from rivals are lowered as they know that however good their product, they will not benefit from the same prominence as Google’s product.
Wat zal volgen is een langdurige juridische strijd tussen Google en de Europese Commissie. Deze strijd zal beginnen met een formele, inhoudelijke reactie van Google op de Statement of Objections, waarna de Commissie wellicht haar standpunt enigszins zal aanpassen. Gezien de enorme voorbereidingstijd die aan de statement vooraf is gegaan, is dat echter niet waarschijnlijk. De commissie zal een boete opleggen tot maximaal 10% van de omzet van Google, welke aangevochten kan worden door Google bij het Europees Hof van Justitie.