De gemeente Amsterdam heeft, in strijd met de privacywetgeving, de Facebookprofielen en het Facebookgebruik van tientallen hangjongeren laten onderzoeken en analyseren om informatie te verkrijgen over personen met wie ze in contact staan en waar ze het over hebben. Op deze wijze hoopte de gemeente informatie te verkrijgen over andere potentiele hangjongeren. Dat blijkt uit documenten die door NRC zijn opgevraagd.
Al in 2015 werd bekend dat een databedrijf uit Utrecht de opdracht had gekregen om de Facebookprofielen van bekende hangjongeren te onderzoeken. Het bedrijf vond toen 126 openbare vriendenlijsten van hangjongeren, waar in totaal 64.540 verschillende personen op voorkwamen. Na het wegstrepen van iedereen met minder dan zes onderlinge verbindingen bleven er ruim twaalfhonderd mensen over. Deze personen werden ieder een bolletje op een kaart en zo in de gaten gehouden.
De gemeente ontkende destijds dat ook de inhoud van de profielen was bekeken. Alleen het aantal onderlinge verbanden zou volgens de gemeente zijn geteld. Ook ontkende de gemeente dat was geprobeerd om via de profielen jongeren te ‘ontdekken’ die nog niet in kaart waren gebracht.
Nu blijkt echter dat de analyse veel verder ging. De gemeente stelde het databedrijf namelijk onderzoeksvragen als Wie communiceert met wie? Waar hebben de probleemjongeren het over? […] Wat zijn hun drijfveren/doelen? Zijn er trends te achterhalen op het gebied van onderwerp, taalgebruik, communicatietijden, groeperingen etc.?”
De gemeente heeft toen in strijd met de privacywetgeving gehandeld door de Facebookanalyse van hangjongeren niet te melden bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en de betrokken jongeren niet te informeren, aldus ook de AP in reactie op het onderzoek van NRC. Aanvankelijk ontkende de gemeente tegenover NRC dat er sprake was van zo’n verwerking van persoonsgegevens. Maar uit de interne stukken blijkt dat de gemeente al ten tijde van het project wist dat er met persoonsgegevens werd gewerkt.
In een gesprek erkent de gemeente dat in strijd met de regels is gehandeld. „Dit hebben we niet goed gedaan, we hebben de privacy geschonden.” Nu zou het project niet meer zo worden uitgevoerd, zegt hij. „Er zijn dingen gebeurd die in mijn beleving niet de bedoeling waren.”