020 530 0160

AG: Google moet verzoek tot verwijdering van zoekresultaten met gevoelige gegevens systematisch inwilligen

Gepubliceerd op 23 januari 2019 categorieën 

Het is inmiddels algemeen bekend. Sinds het Costeja-arrest uit 2014 hebben betrokkenen, onder bepaalde voorwaarden, het recht om zoekresultaten op basis van hun naam te laten verwijderen. 

Een van de vragen die sindsdien is gerezen, is hoe zoekmachines om moeten gaan met verwijderingsverzoeken die betrekking hebben op gevoelige persoonsgegevens. Op grond van de privacywetgeving is het verwerken van dergelijke gegevens namelijk verboden, tenzij er een uitzondering van toepassing is.

Tot voor kort hebben Nederlandse rechters zich niet uitgelaten over het verwerken van gevoelige persoonsgegevens door zoekmachines. Het probleem werd doorgaans opgelost door het te negeren. In de eerste uitspraak waarin deze kwestie aan de orde is gesteld oordeelt de rechter dat het bij de beoordeling van een verwijderingsverzoek gaat om de inhoud van de webpagina waarnaar wordt verwezen. Nu die inhoud gevoelige (in dat geval strafrechtelijke) persoonsgegevens bevat, besluit de rechtbank dat Google de verwijzingen uit de zoekresultaten moet verwijderen. 

In een latere uitspraak oordeelt de rechtbank echter dat het bij de beoordeling van het verwijderingsverzoek gaat om de gevonden zoekresultaten, en dus niet om de inhoud van de webpagina’s waarnaar een koppeling in de zoekresultaten verwijst. Tegen de achtergrond hiervan is de rechtbank van oordeel dat Google geen strafrechtelijke gegevens verwerkt en hoeft Google de zoekresultaten dus niet te verwijderen.

Vorig jaar heeft de rechtbank voor het eerst geconcludeerd dat het verbod op verwerking van gevoelige persoonsgegevens niet van toepassing is op zoekmachines, “omdat de essentiële functie van zoekmachines in de huidige, wereldwijd door het internet verbonden, samenlevingen, onaanvaardbaar zou worden beperkt als het voor exploitanten van zoekmachines categorisch zou zijn verboden aan het publiek koppelingen ter beschikking te stellen naar publicaties waarin wordt bericht over strafrechtelijke verdenkingen tegen, of strafrechtelijke veroordelingen van medeburgers.”

Deze inconsequentie in de rechtspraak maakt het er natuurlijk niet makkelijker op. Dat is niet alleen in Nederland het geval, maar ook in andere landen, zoals Frankrijk. De Franse Raad van State heeft naar aanleiding van een zaak tussen de Franse privacytoezichthouder Commission Nationale de l’Informatique et des Libertés (CNIL) en Google, het Hof gevraagd of het verbod op verwerking van bijzondere persoonsgegeven ook van toepassing is op een zoekmachine.  

De verwachting is dat het Hof volgend jaar uitspraak doet, maar recent is de conclusie van advocaat-generaal (“AG”) Szpunar gepubliceerd. Daarin adviseert de AG hoe het Hof zou moeten antwoorden op de vragen.

Zo benadrukt hij dat het verbod op verwerking van bijzondere persoonsgegevens niet op een zoekmachine kan worden toegepast alsof hij zelf de gevoelige gegevens heeft geplaatst op de webpagina’s waarnaar de koppelingen leiden. Aangezien een zoekmachine pas actief naar gegevens zoekt nadat deze gegevens zijn geplaatst, kan het verwerkingsverbod dus enkel wegens die koppelingen worden toegepast op een zoekmachine en daarom enkel via een controle achteraf, wanneer de betrokkene verzoekt om verwijdering van de koppelingen.

Het verbod op verwerking van gevoelige persoonsgegevens betekent volgens de AG ook dat de zoekmachine verplicht is om verzoeken tot verwijdering van zoekresultaten naar internetpagina’s met dergelijke gegevens systematisch in te willigen, tenzij de uitzonderingen waarin de privacywetgeving voorziet van toepassing zijn. De AG is namelijk van mening dat de uitzonderingen op het verbod van verwerking van gevoelige gegevens van toepassing zijn, ook al lijken sommige uitzonderingen meer theorie dan praktijk wanneer ze op een zoekmachine moeten worden toegepast. Op welke uitzondering de zoekmachine een beroep zou kunnen doen wordt echter niet duidelijk gemaakt.

Tot slot stelt de AG het Hof voor te antwoorden dat een zoekmachine in geval van een verzoek tot verwijdering van koppelingen die leiden naar gevoelige gegevens, verplicht is een afweging te maken tussen enerzijds het recht op privacy en anderzijds het recht van het publiek op toegang tot de betrokken informatie en het recht op vrije meningsuiting van de persoon van wie de informatie afkomstig is. Dus zelfs als de zoekmachine een beroep zou kunnen doen op een uitzondering op het verwerkingsverbod, kan een belangafweging ertoe leiden dat de privacy zwaarder weegt en het zoekresultaat alsnog verwijderd moet worden.

Reikwijdte van het recht om vergeten te worden

In een tweede conclusie stelt de AG het Hof voor om vast te stellen dat een zoekmachine bij inwilliging van een verwijderingsverzoek niet verplicht is om deze verwijdering toe te passen op alle domeinnamen van zijn zoekmachine zodat de betrokken zoekresultaten niet langer verschijnen ongeacht de plaats van waaruit de zoekopdracht wordt uitgevoerd. Daarentegen benadrukt de AG dat zodra een recht op verwijdering van koppelingen binnen de EU is vastgesteld, de zoekmachine alle mogelijke maatregelen moet nemen om te zorgen voor een volledige verwijdering van de koppelingen binnen de EU, ook via de techniek van “geoblocking”, vanaf een IP-adres binnen de EU, ongeacht de domeinnaam die wordt ingevoerd door de internetgebruiker die de zoekopdracht uitvoert.

Slot

Het is nog even wachten op de uitspraken van het Hof, maar doorgaans neemt het Hof de conclusie van de AG over in z’n arrest. Meer lezen over het recht om vergeten te worden? Dat kan hier en hier

Bron: www.boek9.nl
Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

auteur

Lora

publicaties

Gerelateerde artikelen