020 530 0160

Zijn de vergaande naburige rechten nog wel te rechtvaardigen?

Gepubliceerd op 4 maart 2019 categorieën 

In de bekende en nog steeds lopende Metall auf Metall-zaak heeft het verwijzende Bundesgerichtshof, het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ EU) verzocht om een prejudiciële beslissing te nemen over de uitlegging van het Unie-recht op het gebied van het auteursrecht, naburige rechten, alsook op het gebied van de grondrechten. Eisers zijn leden van de muziekgroep Kraftwerk. Zij hebben in 1977 een plaat uitgebracht waarop onder andere het muziekwerk “Metall auf Metall” staat. Gedaagden hebben een sample van ongeveer 2 seconden elektronisch gekopieerd en deze voortdurend herhaald voor het nummer “Nur mir”. Hoewel de prejudiciële vragen en de zaak an sich verder reiken dan enkel het naburig recht, zal in deze blog voornamelijk op laatstgenoemd recht worden ingegaan.

Vooralsnog is onduidelijk hoe het HvJ EU in de Metall auf Metall-zaak zal oordelen. Niettemin biedt de recent verschenen conclusie van Advocaat-generaal Szpunar (hierna: A-G) weinig perspectief om sound sampling zonder licentie toe te staan. De A-G adviseert het HvJ EU om te oordelen dat elke vorm van sampling zonder diens toestemming een inbreuk vormt op de naburige rechten van de fonogrammenproducent. Indien het HvJ EU de A-G volgt, betekent dit dat tevens korte en nauwelijks te herkennen overgenomen fragmenten beschouwd worden als inbreukmakend onder het naburige recht.

Om aanspraak te kunnen maken op auteursrechtelijke bescherming moet er worden voldaan aan de werk-toets, die een minimale drempel bewerkstelligd. Volgens vaste Nederlandse jurisprudentie is er geen sprake van auteursrechtelijke bescherming indien de creatie te banaal of te triviaal is. Opmerkelijk is dat een dergelijke minimale drempel binnen het naburige recht niet bestaat, terwijl het naburige recht oorspronkelijk een afgeleid recht is van het auteursrecht. Een banaal of triviaal overgenomen fragment levert naar de letter van het naburige recht en aldus A-G Szpunar in beginsel wel een inbreuk op de naburige rechten. Hierdoor lijkt het naburige recht verder te reiken dan het auteursrecht zelf. De rechtvaardiging van deze vergaande reikwijdte is gestoeld op het economische georiënteerde investeringsargument uit de vorige eeuw;  fonogrammen werden toen veelal nog gemaakt in kostbare studio’s. 

Waar de invoering van het naburig recht een gevolg was van technologische ontwikkelingen die nieuwe vormen van exploitatie mogelijk maakte, lijkt het nu ten gevolge van diezelfde technologische ontwikkelingen zijn rechtvaardiging te verliezen. Iedereen die een laptop of computer tot zijn beschikking heeft is met de juiste software immers in staat een fonogram te produceren.

Ongeacht wat het uiteindelijke oordeel van het Hvj EU zal zijn, lijkt het gezien het opdrogen van het economische georiënteerde investeringsargument raadzaam om nog eens kritisch naar het bestaansrecht van deze wet te kijken. Onder meer Professor Hugenholtz schreef hier een interessant artikel over dat hier te vinden is.

Auteur: Ivo Janssen

Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

auteur

Stagiair

publicaties

Gerelateerde artikelen