Het aanbieden van een sweepstake, een gratis kansspel bij een promotionele aktie waarbij de ontvanger van een lotnummer een vooraf getrokken prijs kan winnen, is verboden. Maar geeft het bericht dat je een prijs hebt gewonnen dan ook recht op uitbetaling ervan? Néé zegt het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch in zijn arrest van 14 september 2004 (dat op 27 oktober 2004 pas bekend werd via www.rechtspraak.nl).
In de zaak gaat het om de rechtsstrijd tussen Bella d’Or B.V. en degene die op 12 januari 2001 een brief ontving met de mededeling een prijs te hebben gewonnen van DM 50.000,= (Euro 22.564,59). Toen de ontvanger van de brief om betaling vroeg, verschuilde Bella d’Or zich achter de opdrachtgever van de promotionele aktie. Er was namelijk een voorbehoud dat de opdrachtgever de hoogte van de prijs zou bepalen. (“Unter Ausschluss des Rechtsweges liegt der Hohe der zu vergebenden Preis im Ermessen der werbende Firma”) .
De Rechtbank Roermond besliste in zijn vonnis van 19 december 2002 dat de ontvanger van de brief recht had op uitbetaling van de prijs. Met de volgende argumenten: Organiseren van een sweepstake is in strijd met de Wet op de Kansspelen. Daarmee is deze overeenkomst uit spel en weddenschap in beginsel nietig. De Hoge Raad bepaalde echter al 1990 dat een overeenkomst in strijd met een strafrechtelijke bepaling toch geldig is, wanneer de overeenkomst op zichzelf niet in strijd is met de goede zeden. Het ging toen om de vraag of de verkoopovereenkomst voor de inventaris van een bordeel geldig was.
De Rechtbank geeft twee redenen waarom een sweepstake, hoewel verboden, niet in strijd met de goede zeden is. 1) Organiseren van sweepstakes wordt niet meer vervolgd door justitie. 2) Het verbod op sweepstakes wordt niet meer door de huidige rechtsopvattingen gedragen, zoals blijkt uit recente vonnissen van de Rechtbank Roermond.
Het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch redeneert in hoger beroep anders. Volgens het Hof hecht de Rechtbank teveel gewicht aan eerdere eigen uitspraken. Er is nog niet sprake van een gewijzigde rechtsopvatting. Ook verwerpt het Gerechtshof het argument van de ontvanger van de brief dat hiermee sweepstakes juist in stand worden gehouden. “Bij kritische beschouwing van het materiaal zal men niet licht in de veronderstelling worden gebracht een aanzienlijke prijs te hebben gewonnen”, aldus het Gerechtshof.
De procedure is juridisch interessant vanwege de manier waarop wordt omgegaan met de geldigheid van een overeenkomst in strijd met dwingend recht, zoals de Wet op de Kansspelen. De Rechtbank Roermond en het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch gaan er respectievelijk uitdrukkelijk en stilzwijgend vanuit dat de overeenkomst tussen Bella d’Or nietig, maar niet vernietigbaar is. Volgens de wet is een overeenkomst in strijd met een dwingende wetsbepaling vernietigbaar – kortgezegd – wanneer de bepaling uitsluitend strekt tot bescherming van een der partijen. In dit geval zou dat betekenen dat alleen de “winnaar” zou kunnen zeggen dat de overeenkomst ongeldig is, maar niet Bella d’Or. Zou het Hof deze redenering hebben toegepast, dan had Bella d’Or wellicht toch moeten betalen .
Over de vernietigbaarheid van overeenkomsten wegens strijd met de Wet op de Kansspelen wordt ook anders gedacht. Uit het vonnis in kort geding van 1 juni 2004 van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank ‘s-Hertogenbosch is af te leiden dat overeenkomsten tussen een Duitse loterij en Nederlandse deelnemers weliswaar in strijd met de Wet op de Kansspelen zijn, maar alleen door de deelnemers kunnen worden vernietigd.