Vorige week donderdag berichtte ik over het vonnis van de Amsterdamse Voorzieningenrechter waarin deze oordeelde dat de beheerder van de website shareconnector.com onrechtmatig handelde door ‘het puur als hobby structureel en systematisch behulpzaam zijn bij het gebruik maken van inbreuken, zonder rekening te houden met de belangen van de rechthebbenden’. Shareconnector.com was – de site is inmiddels offline – een website waarop links werden gepubliceerd naar veelal inbreukmakende bestanden op het eDonkey netwerk.
Er was geen sprake, ook naar het oordeel van de rechter niet, van een auteursrechtelijk relevante openbaarmakingshandeling door Shareconnector: ‘Shareconnector beschikt zelf niet over bestanden en kan deze dus ook niet aanbieden.’ Inderdaad. Hadden de bestanden vanaf de servers van Shareconnector gedownload moeten worden dan was wellicht geoordeeld dat zij zelf openbaarmaker was. Dit met de kanttekening uiteraard, dat dit alleen het geval zou zijn gezien het feit dat Shareconnector de bestanden selecteerde op kwaliteit en ze indexeerde en zich dus actief met de inhoud bezig hield. Uit internationale en Europese regelgeving, daarin gevolgd door de Nederlandse rechtspraak, volgt dat het slechts aanbieden van technische faciliteiten geen openbaarmaking inhoudt. Naar mijn mening ook niet als daarmee alleen auteursrechtelijk beschermde werken zouden worden verspreid, maar dat terzijde.
Het ‘faciliteren van openbaarmaking’ door Shareconnector is echter toch onrechtmatig, want ‘het puur als hobby structureel en systematisch behulpbaar zijn bij het gebruik maken van inbreuken, zonder rekening te houden met de belangen van de rechthebbenden, is in strijd met de zorgvuldigheid die [de beheerder van de site] in het maatschappelijk verkeer betaamt en dus onrechtmatig jegens de rechthebbenden wier belang Brein vertegenwoordigt.’
De rechter hecht geen waarde aan het feit dat Shareconnector geen inkomsten genereerde en de beheerder de site uitsluitend als hobby onderhield. Wel lijkt zij het van belang te vinden dat ongeveer 95% van de uitgewisselde bestanden illegaal zou zijn. Wat echter een beetje vreemd is – los van het voor zover ik weet nieuw in de Nederlandse taal geïntroduceerde woord ‘behulpbaar’ – is dat de Voorzieningenrechter het behulpzaam zijn aan het gebruik maken van inbreuken onrechtmatig acht. Wie is er nu behulpzaam? En wie maakt er dan gebruik van inbreuken? En wie is dan de inbreukmaker? Tenzij je behulpzaam kan zijn aan je eigen gebruikmaking, of gebruik kan maken van je eigen inbreuk, zijn er schijnbaar drie partijen aan het werk geweest.
Wat de rechter ook kan bedoelen, maar dat hoop ik niet, is dat Shareconnector behulpzaam was aan het downloaden van de bestanden. Grammaticaal klopt de zin dan, maar juridisch gaat er toch wel wat mis. Dan zou immers het behulpzaam zijn aan een legale handeling – want dat is het downloaden van illegale content nog steeds – onrechtmatig zijn.
Van groter belang zijn de woorden ‘systematisch en structureel’. Indien Shareconnector zich niet met de inhoud had bemoeid en een kleiner percentage van de gedeelde bestanden illegaal was geweest, was haar handelen niet onrechtmatig geweest. Dat is althans naar mijn mening de lezing die gegeven moet worden aan het vonnis. De door Brein geciteerde passages geven een vertekend beeld van de overwegingen van de rechter en gelukkig kan ik na lezing van het vonnis concluderen dat het verbod inderdaad voor een groot deel is gestoeld op de specifieke activiteiten van Shareconnector.
Lees hier het vonnis op de site van Danny Mekic’ met dank aan allen die mij hierop hebben gewezen.