Tegen de verwachting in heeft het Gerechtshof Arnhem in zijn arrest in kort geding van 23 november 2004 het verbod op het aanbieden van internetkansspelen gehandhaafd.
Op 9 februari 2004 had de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Zutphen in de zaak tussen De Lotto en drie buitenlandse internetkansspelaanbieders Interwetten Cyprus, Grun Weiss en Betfair een verbod in zijn vonnis uitgesproken. Volgens de Voorzieningenrechter maakten de buitenlanders zich schuldig aan de overtreding van de Wet op de Kansspelen (WOK) omdat ze zonder licentie kansspelen aanbieden op het internet dat voor Nederlandse ingezetenen toegankelijk is. Omdat ze niet hoeven te voldoen aan de vergunningsvereisten waaraan de vergunninghouders van de WOK, zoals de Lotto moeten voldoen, genieten ze een voorsprong. Daarvan profiteren acht de Voorzieningenrechter onrechtmatig jegens De Lotto.
Het Zutphense vonnis was een grote teleurstelling voor die mensen die in het
Gambelli-arrest van 6 November 2003 van het Europese Hof van Justitie het einde zagen van het restrictieve Nederlandse kansspelbeleid èn van de veldtocht van De Lotto tegen buitenlandse internetkansspelaanbieders. In het arrest besliste het Europese Hof dat een Lidstaat van de Europese Unie in zijn kansspelbeleid beperkingen mag opleggen aan het vrij verkeer van diensten om redenen van volksgezondheid en fraudebestrijding. Die doeleinden moeten echter wel daadwerkelijk worden nagestreefd. In mijn artikel met Justin Franssen (toevallig ook advocaat van Betfair) voor het blad Javi, nummer 2003-6 noemen wij dat de “hypocrisietoets”. De Voorzieningenrechter besliste echter dat het gevoerde kansspelbeleid voorshands nog voldoet aan de doeleinden.
In zijn tussenvonnis van 2 juni 2004 in de bodemprocedure tussen De Lotto en Ladbrokes besliste de Rechtbank Arnhem dat voorshands aannemelijk is dat het Nederlandse kansspelbeleid niet voldoet aan de doeleinden. Zeer opmerkelijk was dat de Rechtbank Arnhem aan De Lotto vroeg de Minister van Justitie zich uit te laten – kortgezegd – of, en zo ja het Nederlandse kansspelbeleid in praktijk wel door de beugel kan gezien de praktijken van de vergunninghouders onder de WOK.
Na het signaal van de Arhemse bodemrechter was er hoop dat in hoger beroep in kort geding het Arnhemse Gerechtshof ook “om” zou gaan in deze zaak. Dat doet het Gerechtshof echter niet. Volgens het Arnhemse Hof is uit eerdere uitlatingen van de Minister van Justitie op te maken dat er serieuze plannen zijn het kansspelbeleid meer in overeenstemming met de doeleinden te brengen. Het tussenvonnis van de Arnhemse Rechtbank doet het Gerechtshof af als een “voorlopig oordeel” in een “andere zaak”.
Dit arrest, en het nog te wijzen eindvonnis in de bodemprocedure tussen De Lotto en Ladbrokes is nog lang niet het einde van het verhaal. De winnaar en verliezer daarvan komen elkaar ongetwijfeld weer tegen bij het Arnhemse Gerechtshof, maar dan in een bodemprocedure. Grote vraag is of het Gerechtshof dan eindelijk ook “om” zal gaan.